Utrecht blijft dé worstelstad bij uitstek: ‘Geesink pakte goud met het judo, dankzij een worstelgreep’ | De Utrechtse Internet Courant Utrecht blijft dé worstelstad bij uitstek: ‘Geesink pakte goud met het judo, dankzij een worstelgreep’ | De Utrechtse Internet Courant

Utrecht blijft dé worstelstad bij uitstek: ‘Geesink pakte goud met het judo, dankzij een worstelgreep’

Utrecht blijft dé worstelstad bij uitstek: ‘Geesink pakte goud met het judo, dankzij een worstelgreep’
Mark Verweij (in het blauw) in actie namens De Halter. Beeld: De Halter
Teruglopende ledenaantallen, steeds kleiner wordende subsidiepotjes en een gebrek aan concurrentie binnen de landsgrenzen. De Nederlandse worstelsport verkeert in zwaar weer. Maar de Utrechtse worstelvereniging De Halter laat zich niet op de rug leggen. “Utrecht blijft de worstelstad bij uitstek!”

Teruglopende ledenaantallen, steeds kleiner wordende subsidiepotjes en een gebrek aan concurrentie binnen de landsgrenzen. De Nederlandse worstelsport verkeert in zwaar weer. Maar de Utrechtse worstelvereniging De Halter laat zich niet op de rug leggen. “Utrecht blijft de worstelstad bij uitstek!”

In sportzaal De Oude Veiling aan het Heycopplein in de Utrechtse Dichterswijk wordt elke dinsdagavond hard getraind. Kinderen, jongeren en volwassenen van verschillende leeftijden oefenen in tweetallen verschillende worstelgrepen op de karakteristieke cirkelmatten, onder toeziend oog van de trainers van De Halter. De Utrechtse vereniging, opgericht in 1921, is nu al bijna honderd jaar een begrip in de Domstad. En ook zeker daarbuiten. Sinds jaar en dag is de worstelsport onlosmakelijk verbonden met Utrecht, en daarmee met De Halter. Een onuitputtelijke kweekvijver van worsteltalent.

‘Als er één iemand uit het gezin ging worstelen, volgde de rest vanzelf’

Utrechtse volkssport
Trainer en bestuurslid jeugdzaken Robbie van Straten (41) begon in 1986 op 8-jarige leeftijd met worstelen bij De Halter. Robbie komt naar eigen zeggen uit ‘een echte Utrechts worstelgeslacht’: de familie Cirkel. “Ik heb 24 neefjes en nichtjes, die hebben bijna allemaal geworsteld”, vertelt hij. “En dat was vroeger geen uitzondering in Utrecht. Als er één iemand uit het gezin ging worstelen, volgde de rest vanzelf. Met worstelen bepaalde je wie er de sterkste was.”

Worstelen was in het overgrote deel van de vorige eeuw dé volkssport van Utrecht, en de plaatselijke verenigingen maakten de dienst uit binnen de landsgrenzen. De Halter en het eveneens in Utrecht gevestigde Olympia stonden bovenaan de Nederlandse worstelpiramide. “Vooral in de jaren vijftig en zestig, toen worstelaars als Loek Alflen, Leo Piek, Ab Rosbach en zelfs Anton Geesink actief waren”, verhaalt Robbie. “Toen stond er geen maat op het Utrechtse worstelen.”

Joop le Blanc met een achterwaartse heupzwaai in de jaren zestig. Beeld: Archief De Halter

Andere tijd
Joop le Blanc (80) is erelid van De Halter en herinnert zich de gloriejaren van het Utrechtse worstelen nog goed. “De Halter was altijd echt een familieclub, maar alle worstelaars waren bloedfanatiek en de vereniging was ijzersterk. Het gebeurde in die tijd regelmatig dat De Halter in zes van de acht verschillende gewichtsklassen Nederlands kampioen werd. In het buitenland vroegen ze ons zelfs om met de tweede garnituur naar toernooien te komen, anders viel er voor hen niets te winnen. Maar dat was een andere tijd, toen had je nog vijftig worstelverenigingen in Nederland.”

Van die vijftig worstelverenigingen zijn er nu nog maar een handjevol over. De sport krimpt, weet ook Halter-voorzitter Erwin Goris. “Het aantal beoefenaars van de worstelsport wordt steeds minder”, legt hij uit. “Doordat andere kracht- en vechtsporten aan populariteit winnen en veel bestuurders niet goed zijn omgesprongen met veranderingen binnen de worstelsport lopen de ledenaantallen al enige tijd terug. Veel Nederlandse worstelverenigingen zijn daardoor verdwenen.”

‘In de jaren vijftig stond er geen maat op het Utrechtse worstelen’

Gebrek aan concurrentie
Als gevolg van het verdwijnen van de worstelverenigingen is de Nederlandse worstelcompetitie minder spannend geworden. “Vroeger was er een reguliere wedstrijdcompetitie, waarin alle verenigingen in directe wedstrijden tegen elkaar streden”, licht Edwin Goris de gevolgen toe. “Omdat er niet meer genoeg verenigingen zijn in Nederland, worden er nu enkel losse toernooien geworsteld. Het organiseren van zo’n toernooi is echter redelijk prijzig, en de subsidies worden steeds kleiner. Binnen Nederland is daardoor echt een gebrek aan serieuze competitie en daarmee concurrentie.”

Om talentvolle worstelaars toch wekelijks op niveau te laten presteren heeft De Halter er een aantal jaren geleden voor gekozen om zich aan te sluiten bij de worstelbond van Noordrijn-Westfalen in Duitsland. Tijdens het worstelseizoen rijden elk weekend busjes naar het buurland en aldaar worstelt de Utrechtse jeugd tegen Duitse leeftijdsgenoten. Erwin: “Eigenlijk uit pure noodzaak, maar zowel de Duitsers als wij zijn enorm blij met die ontwikkeling.”

Een aantal Utrechtse worstelaars heeft in de Duitse competitie zelfs zoveel indruk gemaakt dat het van een ‘transfer’ is gekomen. Zo ook voor Mark Verweij (20), die sinds 2006 bij De Halter worstelde. In 2016 werd hij door KSV Hohenlimburg uit Hagen in Duitsland gevraagd om voor die club uit te komen. “Het worstelen is daar stukken groter en professioneler dan hier”, vertelt Mark over zijn keuze. “Dat past meer bij mijn ambitie en daar word ik ook daadwerkelijk beter van.”

‘In het buitenland vroegen ze ons zelfs om met de tweede garnituur te komen’

Uit het slop
Door steeds op zoek te gaan naar het hoogst mogelijke niveau houdt De Halter het worstelen in Utrecht, en daarmee in Nederland, in leven. Om de sport echt uit het slop te trekken is er echter meer nodig. Volgens Joop le Blanc zou een prestatie als die van Anton Geesink op de olympische spelen van 1964 in Tokyo voor de ommekeer kunnen zorgen. “Geesink pakte goud met het judo, dankzij een worstelgreep trouwens, en prompt ging iedereen judoën”, vertelt hij.

Daar is Erwin Goris het mee eens: “Je ziet precies hetzelfde bij het kickboksen door Rico Verhoeven en bij de Formule 1 door Max Verstappen. Wat dat betreft zou het voor de Nederlandse worstelsport gunstig zijn als er een Nederlandse worstelaar een grote prestatie neerzet.”

De eerstvolgende kans daartoe dient zich aan bij het jaarlijkse paastoernooi van De Halter op 20 en 21 april aanstaande. Volgens Robbie een mooie gelegenheid om het Utrechtse worstelen nóg een keer op de kaart te zetten. “Want: wat er ook gebeurt, Utrecht blijft nog steeds de worstelstad bij uitstek!”

Tekst: Job van Gasselt

3 Reacties

Reageren
  1. Yoshua

    Heb als kind twee jaar geworsteld bij de Halter.
    Moest helaas kiezen van mijn oma tussen Judo en worstelen.
    Koos voor Judo omdat ik daar beter in was en meer won dan bij het worstelen.
    Worstel techniek en grepen die ik heb geleerd als klein kind, zijn op een of andere manier in mijn systeem gaan zitten, die ben ik nooit kwijt geraakt.
    Wanneer ik met mijn puber neefjes stoei komt het worstelen automatisch bovendrijven.

  2. GeenStijl@Utrecht

    Worstelen is een top sport waarbij een jeugdige zijn energie omzet in kracht en discipline, maar vooral ook in sociale cohesie.
    Veel vechtensporters gebruiken worsteltraining als basis voor hun succes.

  3. Ronald Tomassen

    Zeer mooie sport jammer dat het in Nederland erg achteruit is gelopen , weet echt niet waar dat aan ligt mis echt de zaterdagavond de wedstrijden

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).