Beleid en ambities in het Utrechtse seniorenvrouwenvoetbal: waar staan clubs en waar gaan ze heen? | De Utrechtse Internet Courant Beleid en ambities in het Utrechtse seniorenvrouwenvoetbal: waar staan clubs en waar gaan ze heen? | De Utrechtse Internet Courant

Beleid en ambities in het Utrechtse seniorenvrouwenvoetbal: waar staan clubs en waar gaan ze heen?

Beleid en ambities in het Utrechtse seniorenvrouwenvoetbal: waar staan clubs en waar gaan ze heen?
Dit verhaal is onderdeel van een serie over vrouwenvoetbal in Utrecht. Deze publicatiereeks is mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Mediafonds Provincie Utrecht. Tekst: Carmen Esselink

Dit verhaal is onderdeel van een serie over vrouwenvoetbal in Utrecht. Deze publicatiereeks is mogelijk gemaakt door een bijdrage van het Mediafonds Provincie Utrecht. Tekst: Carmen Esselink

Het Utrechtse vrouwenvoetbal maakte de afgelopen jaren een gestage opmars binnen de geïnterviewde amateurclubs. De verscheidene clubs staan voor de uitdaging om beleid en ambities in lijn te brengen met de groeiende vraag naar vrouwenvoetbal. Hoe geven deze clubs in hun beleid vorm aan het seniorenvrouwenvoetbal? Is er bijvoorbeeld een meerjarenplan? En welke ambities zijn daarin opgesteld?

V.V. De Meern benadrukt het belang van uniformiteit in beleid, ondanks de verschillen die er kunnen bestaan tussen mannen- en vrouwenvoetbal. Bestuurslid John Hol deelt hierover mee: “Als vereniging moet je één beleid hebben, daar staan we ook voor”, zegt hij. Dit betekent dat alle teams, ongeacht geslacht, gelijke kansen en ondersteuning moeten krijgen in professionalisering.

Vrouwentak uitbreiden

Sebas Dubbeldam van u.c.s. EDO geeft aan dat het bestuur plannen heeft om de vrouwentak uit te breiden en te versterken. “Het liefst zouden we een zo groot mogelijke damestak hebben, zodat het in balans staat. We willen het liefst selectievoetbal spelen, maar vinden het belangrijk om te bespreken wat daar dan ook bij hoort. Zo bestaan daar in het vrouwenvoetbal binnen een team ook nog wel eens verschillende gedachten over. De afspraken en de verwachtingen over een selectieteam moeten binnen een team ook overeenstemmen.

“Daarnaast willen we een fijne plek zijn voor vriendenteams”, vervolgt het bestuurslid. U.c.s. EDO ziet de vriendenteams als fundament van de club en wil daar een goede organisatie voor neerzetten, maar de clubambities omvatten ook zelfsturende teams en en leden die verantwoordelijkheid en taken op zich nemen binnen de club.

Beleid om seniorenvrouwenteams aan te vullen

De club erkent de meerwaarde om meer focus te leggen op de ontwikkeling van vrouwenvoetbal en is van plan om dit op te nemen in toekomstige strategische plannen. “Het is binnen het vrouwenvoetbal best lastig een meerjarenplan te maken. We gaan daar wel over in gesprek om te kijken: hoe kunnen we structureel een fijne plek zijn voor voetballende vrouwen in Utrecht? En hoe zorg je voor continuïteit? Gelukkig blijven de vrouwen nu lang bij onze club spelen, een heel aantal spelen er al vanaf de start van ons vrouwenvoetbal. We merken nog wel dat de rol van een trainer relatief groot is.”

Volgens het bestuurslid is het makkelijker om spelers voor mannenteams aan te trekken. “Het mannenvoetbal staat bijvoorbeeld uitgebreid in de krant. Ook zijn er websites en bepaalde Facebookpagina’s die veel aandacht geven aan het mannenvoetbal. Hierdoor blijf je meer op de hoogte wat er gebeurt om je heen. Bij de vrouwenteams is dat anders, daarin is het veel meer zoeken naar namen en een netwerk.”

Tekst gaat verder onder afbeelding

Volledig gelijktrekken

Voorzitter Ann Haakman van studentenvoetbalvereniging Odysseus ’91 benadrukt het belang van gelijke behandeling van vrouwen- en mannenteams binnen de club. “Dames- en herenteams worden gelijkgetrokken. Vrouwenteams krijgen net zoveel als herenteams, op alle niveaus”, zegt ze. Dit inclusieve beleid is een kernwaarde van Odysseus ’91 en vormt de basis voor verdere ontwikkeling. Als het gaat om de ambities van de club, ligt er volgens haar geen helder beleid. “Het is goed verdeeld, ook qua aantal spelers, dus daar hoeft niet veel aan te worden gedeeld. Teams krijgen dezelfde opdrachten.”

Qua beleid wil het de vrouwen- en mannentak binnen de club verder gelijktrekken, door hetzelfde aantal normale teams als 7×7 teams in de mannen- en vrouwentak aan te houden. Zo spelen vrouwen 9 en 10 nu nog in een 7×7-competitie, terwijl herenteam 9 en 10 in een normale competitie spelen. Dat is ooit zo ontstaan, legt Ann Haakman uit. “Er waren in het begin meer mannenteams en minder vrouwenteams, maar dat is door de jaren heen steeds meer gelijkgesteld. Dit is nu de laatste stap om het recht te trekken.” Hierdoor zullen bij beide takken het negende elftal in een normale competitie spelen, waar het tiende elftal 7×7 zal spelen.

Uitbreiding

De geplande verbouwing en uitbreiding van faciliteiten op Sportcentrum Olympos, het sportcentrum van Universiteit Utrecht, kunnen een positieve impuls geven aan de groei van het vrouwenvoetbal binnen de club. Omdat het nog afwachten is wanneer deze verbouwing er zal komen, is het ook lastig om daar nu al op in te spelen met beleid en ambities. “Er komt een grote verbouwing aan, een uitbreiding. Het plan was 2028, maar we horen de eerste geluiden al dat het later zal zijn. Het is afwachten hoeveel we daarin kunnen betekenen, omdat het gaat om heel Olympos. Waarschijnlijk zouden we dan meer velden tot onze beschikking krijgen. Dat is fijn, want we hebben nu al een wachtrij.”

Spelers sprokkelen

Ondanks dat elke club in zijn beleid zo goed mogelijk vorm probeert te geven aan vrouwenvoetbal, denkt Sanne Quarles van Ufford, die actief is als bestuurslid en speler bij Kampong Voetbal, dat niet elke club hier in gelijke mate ruimte voor kan bieden. Dat heeft volgens haar niet te maken met de welwillendheid of ambities van de club, maar juist met dat, als elke club dat doet, ze tegen dezelfde issues aanlopen. Zo heeft ze zelf acht jaar geleden het vrouwenteam mede opgericht, maar is het elk seizoen weer kijken of er genoeg spelers zijn voor de seniorenvrouwenteams.

Tekst gaat verder onder afbeelding

Ze ziet daarom potentie in samenwerking tussen clubs om het aanbod voor vrouwen te versterken en zo een bredere basis te creëren voor vrouwenvoetbal in de regio. Zo stelt het bestuurslid: “Je zou wel willen dat we overal vrouwenvoetbal aanbieden, maar nu kan het niet overal, want dan loop je tegen de vraag aan: hebben we wel genoeg speelsters? Dan kan je als clubs beter de handen ineenslaan, zoals in Bunnik en Odijk wordt gedaan door de vrouwenafdeling te bundelen, om zo een beter aanbod voor meiden te leveren. Als club probeer je natuurlijk allemaal je eigen tak op te zetten, waarbij de ene club meer focust op de vrouwenseniorentak en de andere juist op de jeugdtak, maar soms moet je buiten je eigen vereniging kijken.”

Krachten bundelen

Hoewel elke club zijn eigen ambities en beleid heeft, kan het voor de clubs met een kleinere vrouwentak handig zijn om voor de ontwikkeling van het Utrechtse seniorenvrouwenvoetbal – mede dankzij alle uitdagingen – samen met andere clubs om tafel te zitten om van elkaar te leren en waar mogelijk de krachten te bundelen.

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).