Van één arts en drie diaconessen naar tweehonderd medisch specialisten, 2800 medewerkers en vierhonderd vrijwilligers. In 175 jaar is het oudste Diakonessenhuis van Nederland uitgegroeid tot een algemeen ziekenhuis dat onlosmakelijk verbonden is met de stad Utrecht.
In 1844 werd het Diakonessenhuis opgericht door hoogleraar Suerman. Een diaconessenhuis was een ziekenhuis dat ondersteund werd door diaconessen, protestantse ziekenzusters die op vrijwillige basis werkten. Zo werd ook Suerman destijds bijgestaan door drie diaconessen. In eerste instantie stond het huis aan de Springweg in het centrum van de stad, want veel ruimte was er nog niet nodig met slechts 47 patiënten die in het eerste jaar door het kleine team behandeld werden.
Door de jaren heen is het ziekenhuis onherkenbaar veranderd. Alleen al de wegwijsborden bij de entree van het Diakonessenhuis geven een idee van de variatie aan problemen waarmee mensen binnenkomen en de hoeveelheid patiënten die dagelijks geholpen wordt in het ziekenhuis. Toch lijkt er nog een overblijfsel zichtbaar van het kleine ziekenhuis uit de negentiende eeuw. Veel bekenden van het ziekenhuis spreken namelijk over de kleinschaligheid van ‘het Diak’ en de vriendelijke sfeer. DUIC sprak met vier mensen die dagelijks in het ziekenhuis werken en vroeg hen wat ‘het Diak’ het Diak maakt.
(Tekst loopt door onder afbeelding)
Naam: Sonja van der Schuur (61)
Functie: Receptioniste
Sinds: 1983
“Het kleinschalige, het aandacht hebben voor elkaar en het naar elkaar luisteren: dat maakt het Diak het Diak. Mensen staan hier niet op een voetstuk. Van schoonmaker tot arts: iedereen is makkelijk aanspreekbaar. Ik ken ook iedereen bij de voornaam.
Ik werk hier al 36 jaar. Het was als een tijdelijke baan bedoeld, maar uiteindelijk kon ik blijven. Ik heb vijf recepties en vijf telefooncentrales meegemaakt. Ik begon ooit bij de röntgenafdeling, waar ook de polikliniek van de gynaecologie en de nucleaire geneeskunde zat. Artsen die toen in opleiding waren, kwamen bij ons even een soepje eten. Zij zijn nu allemaal met pensioen. Ik mis hen wel hoor. Omdat mensen hier zo lang blijven werken, kun je ook echt een band opbouwen met elkaar. Ook als een arts met pensioen gaat, vraagt die mij op het afscheidsfeestje. Dat vind ik bijzonder.
Je weet nooit wat er op een dag gebeurt. Het is geen 9-tot-5 baan en je komt veel verschillende culturen en beroepsgroepen tegen. Er is ook ruimte om zelfstandig te werken en ondernemend te zijn. Ik kan veel zelf regelen en heb echt plezier achter de balie. Ik doe het werk vanuit mijn hart en vind het leuk om met de mensen om te gaan. Ik krijg er energie van.
Bij binnenkomst zijn mensen vaak zenuwachtig en druk en ik probeer ze dan gerust te stellen. De sfeer is gemoedelijk. Soms komt er een patiënt die mij van eerder herkent en die zegt dan: ‘Hè, wat fijn dat u achter de balie zit: een bekend gezicht’.”
(Tekst loopt door onder afbeelding)
Naam: Merel Trijzelaar (39)
Functie: Spoedeisende Hulp-arts
Sinds: 2015
“Het Diakonessenhuis is een echt stadziekenhuis. Ik werk op de Spoedeisende Hulp (SEH) en zie daar dus ook de stadse problematiek voorbijkomen: intoxicaties en verslavingszorg bijvoorbeeld, maar ook kinderen van scholen uit de buurt die gevallen zijn. Het maakt mijn baan uitdagend. Je ziet jong en oud, ernstige en minder ernstige problemen en veel verschillende culturen. Dat is heel typisch voor het Diak.
Mensen voelen zich altijd welkom hier. De hoofdingang is heel open opgezet en voor de SEH geldt hetzelfde. Ik werk hier sinds mei 2015. De tijd gaat snel; zo leuk vind ik het. Collega’s van mij werken hier al veertig jaar. Dat laat ook zien: mensen voelen zich ook echt verbonden met het ziekenhuis. Ik ben hier ook aan mijn knie geopereerd en ben geboren in het oude Lorentz ziekenhuis, het huidige Diakonessenhuis in Zeist. Voor veel mensen is het Diakonessenhuis een soort rode draad.
Toen ik begon waren er drie SEH-artsen en dat is uitgebreid naar tien. We zijn nu 24/7 open. Dat zorgt voor continuïteit en kwaliteit van zorg. Het allerbelangrijkst zijn de korte lijntjes. Die zijn typerend voor dit ziekenhuis. Ik heb in zes of zeven andere ziekenhuizen gewerkt, maar we mogen echt trots zijn op de sfeer hier.”
(Tekst loopt door onder afbeelding)
Naam: Cor de Blok (71)
Functie: Vrijwilliger
Sinds: 2002
“Ik heb jaren gewerkt bij een groot reïntegratiebedrijf. Op een gegeven moment wilde ik een dag minder werken en wat anders gaan doen. Toen zag ik een advertentie in de krant waarin gevraagd werd om vrijwilligers. Dat is nu 17 jaar geleden. Ik heb het Diakonessenhuis door de jaren groter zien worden.
Het project met vrijwilligers is 26 jaar geleden opgestart. Ik heb ook collega’s die hier al 26 jaar werken. Als vrijwilliger breng je mensen bijvoorbeeld van hun kamer naar de röntgen- of cardiologieafdeling. ’s Morgens en ’s middags zijn we met een team van acht. Het werk is dankbaar, zinvol en fijn om te doen. De sfeer in het ziekenhuis is prettig. Je leert mensen snel kennen en bouwt ook snel een band op. Als ik op een afdeling kom, kan ik ook direct op de juiste verpleegkundige afstappen.
Soms zijn patiënten hier behoorlijk ziek en die maak je als vrijwilliger dan een aantal weken mee. We weten het fijne niet van de situatie, maar het is mooi als je iemand weer met een bos bloemen in de hand naar huis ziet gaan. Je maakt de hele cyclus van zo’n patiënt mee en je bouwt tijdens die opname ook een band op. Dat zijn de leuke dingen: als je iemand ziet opknappen.”
(Tekst loopt door onder afbeelding)
Naam: Wietske Kosterman (51)
Functie: Intensive Care Neonatologie Verpleegkundige
Sinds: 1986
“Het is een klein stadsziekenhuis. Mensen zijn hier geen nummer en je groet elkaar in de gang. Je ziet ook mensen groeien. Er werkt hier een chirurg waar ik mee heb samengewerkt toen hij nog coassistent was en later arts-assistent. Die gaat nu met pensioen. Dat is ook wel raar hoor.
Ik houd ervan om ouders te kunnen begeleiden. Hoe fijn is het als je een kindje dat een slechte start heeft gehad gezond weer naar huis kan sturen? Ouders zijn dan zo dankbaar voor de opvang. Natuurlijk is er ook het verdrietige deel van het werk. Als een kindje bijvoorbeeld overlijdt, kan ik dat niet zomaar naast me neerleggen. Gelukkig zijn we er dan voor elkaar. We bespreken dan bijvoorbeeld samen de angsten en de leermomenten.
Ik werk ook soms op de kraamafdeling op de vierde verdieping. Laatst zei ik tegen een collega dat ik naar huis ging en toen riep een mevrouw van achter het gordijn: ‘Wietske, mag ik nog even afscheid nemen?’. Ze wilde mij laten weten dat ze de begeleiding tijdens en na de bevalling had gewaardeerd.
Iemand heeft me wel eens gevraagd waarom ik nooit in een ander ziekenhuis heb gewerkt. Ik kan gewoon echt geen afscheid nemen. De sfeer hier is gemoedelijk. We noemen de kinderartsen bij de voornaam. Mensen nemen wat lekkers mee naar de dienst, maar we staan ook privé voor elkaar klaar. Er is een groot gevoel van saamhorigheid. We zijn echt een team. Ik hoop hier nog vele jaren te werken en kijk met een fijne blik naar de toekomst.”
2 Reacties
ReagerenOver een periode van ca. 20 jaar heb ik op verschillende momenten met verschillende specialismen in het Diakonessenhuis kennis gemaakt. Jammer genoeg zijn die ervaringen, klinisch en poliklinisch, zonder uitzondering bijzonder negatief geweest. Zowel wat betreft patiëntvriendelijkheid en professionaliteit als deskundigheid schoot het ziekenhuis op al die momenten tekort.
Het lijkt wel of de organisatie zelf chronisch ziek is qua lerend vermogen, management en personeelsbeleid, wat zich manifesteert in horkerig gedrag, slechte communicatie, dito overdracht en grove fouten -zowel medisch en administratief. Kort gezegd herken ik het jubelende beeld dat van het ziekenhuis wordt geschetst op geen enkele manier. Sinds de heel recente slechte ervaring in dit ziekenhuis heeft de instelling wat mij betreft het voordeel van de twijfel definitief verspeeld en raad ik mensen zelfs af zich hier te laten behandelen.
Het leukste en het beste ziekenhuis van Utrecht, de sfeer van een stadsziekenhuis maakt het uniek, gefeliciteerd en nog vele jaren met goede zorg.