Onder de Mensen is een serie verhalen van DUIC waarin we zoeken naar voorbeelden van hulp, ondersteuning en initiatieven in Utrecht. Bij wie kun je terecht voor een steuntje in de rug om je leven weer op de rit krijgen? Hoe ondersteunen en helpen mensen elkaar om een stapje verder te komen? Wie zijn de enthousiaste initiatiefnemers die opstaan voor hun buurt? Deze keer deel 26: Paul van Dam.
“Het is nu klaar met het gekloot. Ik kom uit de kast, maar het is wel een andere kast.” Paul van Dam vertelt openhartig over wat hem is overkomen als klein jongetje. Seksueel misbruik in zijn jeugd maakte hem een slachtoffer, maar nu probeert hij met zijn ervaring iets positiefs te brengen – met een grote foto in een indrukwekkende expositie werkt hij aan bewustwording en preventie.
Paul (61) steekt al snel van wal en vertelt in duidelijke taal wat hem is overkomen. “Ik was een nakomertje in het gezin en een jaar of vijf toen het begon. Ik kan die kamer zo uittekenen. Het behang, de gordijnen, de glaslatjes en de deur.” Pas vijf jaar geleden drong het tot hem door wat hem was overkomen. Paul was chronisch ziek en kwam terecht bij een bekkenfysiotherapeut waar hij werd behandeld in het ‘besmette gebied’, zoals hij het noemt. Het voelde als een herbeleving. “Ik zat op de fiets terug, er was emotie. Het kwam als een golf over me heen, ik dacht: ‘Shit, ik ben misbruikt’.” Even later in het gesprek flapt Paul het precieze tijdstip eruit. “Het was 12 oktober 2012, kwart over twee. Dat vergeet ik niet meer.”
Op de Mariaplaats stonden de afgelopen weken levensgrote foto’s van vrouwen en mannen die slachtoffer zijn geworden van huiselijk of seksueel geweld. De billboards werden geplaatst in het kader van de ‘Week Zonder Geweld’, waarvoor Veilig Thuis Utrecht activiteiten organiseerde. Op een van de foto’s uit de expositie van Judith Keessen, fotografe en ervaringsdeskundige, staat Paul. En de tekst: ‘Ik was een jaar of vijf toen je zei: ‘ik kan voelen of je moet plassen’. Ik voel die hand nog dagelijks, maar ik laat mij niet meer pakken. Ik wil leven!’
“Ik heb altijd geweten dat er iets mis was. Ik had altijd een foto en een filmpje in mijn hoofd, maar die kon ik nooit duiden. Pas in 2012 kwamen ze boven.” Achteraf is te zeggen dat er sinds zijn jeugd veel aanwijzingen waren. Paul had suïcidale gedachten sinds zijn zevende. Hij blikt terug op zichzelf in die periode. “Dat ventje was heel verdrietig en al met de dood bezig.” De psychologische gevolgen werden nooit opgemerkt door de rest van het gezin. ‘Maar misschien was in dit geval de wens de vader van de gedachte’, merkt hij nuchter op. Hij schuift ongemakkelijk heen en weer op zijn stoel. “Laten we het erop houden dat het een disfunctionele familie was.”
Op de een of andere manier ben ik naar het thema toe getrokken
Confrontatie
Paul vertelt dat het bij hem naar binnen was geslagen. “Bij een vijfjarig kind is seks nog niet in de geest aanwezig. Wat je overkomt is zo groot dat je je van jezelf gaat distantiëren. Wat gebeurt er als je een hond een schop geeft? Die loopt met de staart tussen de benen weg. Dat overkwam mij ook. Zoiets put je uit en je voelt je eenzaam.” Hij weet daarnaast niet anders dan hij met fysieke ongemakken kampte. “Die manifesteerden zich vooral in het gebied waar ik ben betast. Dat komt vaker voor bij slachtoffers van seksueel misbruik. Artsen hebben nooit bekeken wat er nog meer aan de hand kon zijn – ikzelf kon het niet eens duiden.” Paul is theoloog en was lange tijd zeer begaan met slachtoffers van incest, werkte zelfs even bij de hulptelefoon. Hij glimlacht. “Ja, natuurlijk heeft dat ook met het misbruik te maken. Op de een of andere manier ben ik naar het thema toe getrokken.”
Toen het hem duidelijk werd waar zijn problemen – fysiek en psychologisch – vandaan kwamen, werd hij vastberaden. “Hier moet ik mee aan de gang, begreep ik. Ik wist dat ik de confrontatie moest aangaan. Je wilt het niet, maar weet dat je het wel moet willen. Er zijn ontzettend veel guts voor nodig.” Paul vertelde er toen voor het eerst aan zijn vrouw over. “Die had jarenlang met het gevoel geleefd dat er iets niet klopte. Ook zij vond dat ik ermee aan de slag moest.”
Er kwam een confrontatie met de dader. Paul vertelt over die moeizame ontmoeting. “Ik had al mijn moed bij elkaar geraapt. Je hoopt in zo’n situatie dat hij het toegeeft en dat je misschien zelfs wel samen kunt werken aan een verdere weg.” Maar de man ontkende alles en ontstak in woede. Paul haalt zijn schouders op. “Dan houdt het op. Hier moet ik mee leven.”
‘Ook mijn vrouw en kinderen hebben moeten dragen wat mij is overkomen. Dat is de realiteit’
(On)geneeslijk
Paul heeft met zijn vrouw een zoon en een dochter. Op de vraag hoe ze zijn omgegaan met de situatie wordt hij voor het eerst stil. “Begin dit jaar”, begint hij daarna voorzichtig, “kreeg ik te horen dat ik ongeneeslijk ziek was. Een paar weken later bleek dat een medische fout te zijn, maar toen had ik het al aan mijn gezin verteld.” Hij vervolgt: “Dat is het ergste wat je je kind kunt vertellen. Die hebben de laatste jaren natuurlijk al wat meegemaakt.” Paul is zichtbaar geëmotioneerd. “Ik ben niet het enige slachtoffer. Ook mijn vrouw en kinderen hebben moeten dragen wat mij is overkomen. Dat is de realiteit.”
In de weken dat hij dacht dood te gaan aan kanker werd één ding hem wel duidelijk. Door zijn depressieve gevoelens was zijn eerste reactie deels opluchting. Maar dat veranderde gaandeweg. “In het verleden dacht ik gauw: laat het maar afgelopen zijn. Nu was dat niet meer het geval.” Paul zegt ook fysieke verbetering te zien en hoopt over vijf jaar meer outgoing te zijn. “Door naar buiten te treden heb ik een stukje bestemming gekregen. Ik wil er dus graag mee doorgaan. Het zou helpen als het verhaal meer naar buiten zou komen.”
Met de expositie zet Paul zich in elk geval duidelijk op de voorgrond. Als voorvechter van mannelijke slachtoffers die met seksueel misbruik te maken hebben gehad, geeft hij onder meer lezingen op scholen en probeert hij bewustwording te creëren. “Praat erover. De expositie zet mensen aan het denken. Er is veel onkunde rond dit onderwerp.”
De afgelopen vijf jaar is er veel voor Paul veranderd, maar nog steeds heeft hij soms moeite met zijn schaamte of schuldgevoel om te gaan. “Ik loop soms nog rond met een enorm gevoel van afschuw. Ik weet dat het irreëel is en toch duurt het soms drie of vier dagen voor ik weer helemaal boven tafel ben. Dat is het trauma. De pijn is voor mij in elk geval veranderd – het is er nog, maar niet zoals voorheen. Je moet zorgen dat je je eigen last niet overdraagt aan anderen, maar erover praten. In alle open- en eerlijkheid.” Daar is Paul zelf het voorbeeld van.
De foto-expositie is momenteel te zien in Zwolle.
Gaat het bij u thuis niet goed? Of hebt u zorgen over de veiligheid van iemand in uw omgeving? Bel of mail dan met Veilig Thuis Utrecht, 0800 – 2000 [email protected]. Ook als u twijfelt.
Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling. Bij Veilig Thuis Utrecht kunt u terecht voor informatie, advies en hulp, om zorgen te bespreken en eventueel een melding te doen. Als u twijfelt, bel dan voor advies. Dat mag ook anoniem. Het nummer is dag en nacht bereikbaar. Is er direct gevaar? Bel dan 112!
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.