Iris Dijkstra is onder meer wetenschapsjournalist, maar sinds 2011 ook stadsgids in Utrecht. Op 27 oktober komt haar boek ‘Stappen door m’n stadsie’ uit. Daarin neemt ze je mee door de oude binnenstad en vertelt ze over stadskastelen, de strijd tegen de pest, begijnen, de verdwenen Palmitentempel, brandspuithuisjes en meer. Die verhalen noemt ze ‘heim-weetjes’: weetjes over haar heim, haar thuisstad. Meestal zijn het plekken die je makkelijk voorbij loopt, maar waar een heel verhaal achter zit. Over bekende en minder bekende Utrechters, opmerkelijke panden en dingen die juist zijn verdwenen. We vroegen Iris waarom ze dit boek schreef en waar ze haar inspiratie vandaan haalt in Utrecht.
Waarom ben je stadsgids geworden?
“Ik ben van oorsprong psycholoog. Nadat ik was gepromoveerd heb ik de universiteit vaarwel gezegd en ging ik de journalistiek in. Als freelancer vond ik het eng om op één paard te wedden. Ik had allerlei bladen waar ik regelmatig voor schreef, maar door de crisis in 2008 vielen er heel veel tijdschriften om of ze fuseerden. Ik had toen al reizen naar China, Tibet, Mongolië, Nepal en Indonesië begeleid. Die hebben me op het spoor van stadsgids gezet. In het buitenland ben je vooral bezig met dingen regelen en krijg je een lokale gids mee. Dat was prima, maar het leek me ook leuk om in je eigen stad, waar zoveel van je eigen geschiedenis ligt, te kunnen gidsen.”
Waarom heb je dit boek geschreven?
“Ik miste eigenlijk wel zo’n boek. Eén die net wat dieper gaat dan andere boeken, maar nog wel toegankelijk is voor leken. Ik vind het heel belangrijk dat de kennis die je hebt toegankelijk is. Het vloeit voort uit een blog dat ik ooit had toen ik net begon als stadsgids. Bij de opleiding tot Nationaal gids leer je veel over architectuur, geschiedenis, kunstgeschiedenis, maar de steden moet je zelf goed leren kennen. Ik heb me rot gelopen, maar ook rot gelezen. Voor mezelf maakte ik daar aantekeningen en verhalen van. In de coronatijd viel er weinig te gidsen. Toen bedacht ik om eens iets te doen met dat blog en al die verhalen. Tegelijkertijd heb ik ook nieuwe verhalen gemaakt en alles grondig uitgezocht.”
Waar kom je tot rust in Utrecht?
“Door te kanoën op de singel en de grachten. Dat vind ik het toppunt van relaxen. Heerlijk dat kabbelen van water. Lekker rustig aan met eendjes om je heen.”
Wat mist Utrecht?
“Het ontbreekt Utrecht aan een kwaliteitsregister of vergunningensysteem voor stadsgidsen, zoals Amsterdam dat heeft. Stadsgids is een vrij beroep, iedereen die denkt: ‘Ik heb ook wel eens een artikeltje op Wikipedia gelezen’ kan zichzelf stadsgids noemen. Die mensen verpesten het voor de gidsen die wel een degelijke opleiding hebben. Soms zie ik groepen lopen van vijftig mensen. Dan kan je je al moeilijk verstaanbaar maken, en zij gaan ook allemaal de hofjes en steegjes in. Ik weet bijna zeker dat die op een gegeven moment worden afgesloten, omdat het veel te veel is.”
Wat is jouw mooiste herinnering aan Utrecht?
“Tijdens mijn studententijd waren er tijdens Koninginnedag allerlei ludieke acts. Ik heb toen ergens in een werfkelder de tango leren dansen voor een gulden. Ook gaf het orkest van het Utrechts Studenten Koor en Orkest in die tijd een keer een concert op de gracht op een ponton. Het ging de hele gracht door. Ik zong in het koor, had dus eigenlijk niets op dat ponton te zoeken, maar had de brutaliteit om te vragen of ik mee mocht varen. En dat kon.”
Waar haal je je inspiratie vandaan in Utrecht?
“Door te lopen en kijken. En door met mensen op pad te zijn die mij vragen stellen over dingen die ze opvallen. Zo maak je elkaar opmerkzaam op details en leer ik ook weer van de mensen die ik rondleid.”
Utrecht is…
“…veel meer dan alleen de Domtoren en de grachten.”
Alvast drie heim-weetjes…
Welk heim-weetje moest sowieso in het boek?
“Die over de werfkelders. Die zijn zoiets wezenlijks van Utrecht, maar hoe de werfkelders zijn ontstaan en waarom onze stad er zoveel heeft, is een heel verhaal. Ik merkte, ook bij rondleidingen, dat mensen er heel weinig over weten. Ook de ‘verstokte’ Utrechters. Het was voor mij heel duidelijk dat dit heim-weetje er absoluut in moest.”
Heb je zelf nog nieuwe dingen geleerd door de heim-weetjes in het boek?
“Ik heb de stad pas echt goed leren kennen toen ik gids werd. Dan ga je anders naar de stad kijken. En toen woonde ik al twintig jaar in Utrecht. Dat is ook het leuke eraan. Door dingen goed uit te zoeken, kwam ik zelf ook tot nieuwe inzichten. Het zit ook wel een beetje in mij: ik slik dingen niet zomaar voor zoete koek. En als je je écht ergens in verdiept, dan zie je dat niet alles op overtuigende bronnen is gebaseerd.”
“Neem het heim-weetje over het kerkenkruis. Als je daar goed in duikt, is het nog maar de vraag of het ooit zo bewust is gebouwd. Daar is best wat op af te dingen. Dat idee van een kerkenkruis berust eigenlijk maar op één voetnoot onder een artikel over iets heel anders. Die ene voetnoot is breed omarmd door de media. Tijdens mijn rondleidingen vragen mensen regelmatig naar het kerkenkruis en laat ik een plaatje zien van hoe de kerken staan. Met wat goede wil kan je er best een kruis in zien, maar heel strak is het niet. Daarnaast is er in die tijd nooit over een kerkenkruis gesproken.”
“Hetzelfde geldt voor het verhaal over de kluizenares Alyt Ponciaens. Zij liet zich in de Jacobikerk inkluizen en zou er een jaar of dertig hebben gezeten. Zo staat het in de meeste literatuur. Als je dat gaat uitzoeken, is het totaal onduidelijk hoe mensen daaraan komen. Het blijkt dat ze maximaal twintig jaar daar kan hebben gezeten. Als je sommige dingen eens goed uitzoekt, blijkt er soms niet meer zoveel van waar.”
4 Reacties
ReagerenWauw, wat een leuk weetje over de werfkelders!
Leuk interview en ik ben erg benieuwd naar haar boek!
Leuk interview met enorm leuke vrouw
@Verbaasde Vera ik vrees dat je toch het boek moet kopen /s