Affiches uit het verleden vertellen meerdere verhalen. In de eerste plaats over het bedrijf, product of evenement waar reclame voor werd gemaakt. Maar ook over de ontwerper, of het nu een bekende kunstenaar was of een anonieme graficus. Daarnaast laten affiches zien welke stijlen in de mode waren.
De Jaarbeurs bestaat honderd jaar en daarom exposeert het Utrechts Archief van 29 juni tot en met 15 oktober 2017 De mooiste affiches van de Jaarbeurs. Ze zijn afkomstig uit de collectie van de jubilaris zelf, die bij het archief is ondergebracht. De overgrote meerderheid van de vaak prachtige posters is ontworpen door mannen, zoals destijds gebruikelijk. Toch zijn enkele Jaarbeurs-affiches uit de jaren dertig gemaakt door een vrouw: de Rotterdamse kunstenares Agnes Canta (1888-1964).
‘Dwaalziek’
Agnes Canta was opgeleid aan de Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen in Rotterdam. Ze tekende en schilderde landschappen, stillevens en dieren. Over haar eerste tentoonstelling in 1926 schreef criticus Albert Plasschaert: ‘Agnes Canta was eens een stillevenschilderes, van wie vrouwelijkheid en bepaalde tederheid kenmerken waren. Maar met een onrust zonder geduld heeft zij zich op allerlei paden begeven; vrouwen zijn dwaalziek en niet altijd wegwijs!’ Dit geeft wel aan hoe moeilijk vrouwelijke kunstenaars het hadden.
Canta ging zich steeds meer op toegepaste kunst richten: decoratieschilderwerk, boekbanden en affiches. In 1931 ontwierp ze affiches over goederenvervoer voor de NS. In 1932 volgde de eerste opdracht van de Jaarbeurs. Dit affiche voor de Najaarsbeurs – er waren toen nog twee algemene beurzen per jaar en geen vakbeurzen – bevatte een beeld van een zeilschip, waarover later meer. Het affiche was succesvol en daarom werd de samenwerking voortgezet. Canta’s affiche voor de Voorjaarsbeurs 1933 was echter minder geslaagd. Het Utrechtsch Nieuwsblad wijdde er een korte recensie aan waarin haar oppervlakkigheid en gebrek aan originaliteit werd verweten. ‘Van een pogen tot symboliseeren is geen sprake en al dient een reclameplaat weliswaar in de eerste plaats tot het trekken van aandacht, de Jaarbeursplaat zei ook altijd nog iets. Deze plaat beperkt zich echter tot aankondiging.’
Het Utrechtsch Nieuwsblad was kritisch over Canta’s affiche voor de Voorjaarsbeurs 1933, maar de ontwerpster revancheerde zich met het najaarsaffiche
Op het bekritiseerde affiche waren wolken te zien en het Jaarbeurs-beeldmerk: een grote ‘U’ van Utrecht met de helm van handelsgod Mercurius. Voor de Najaarsbeurs 1933 revancheerde de ontwerpster zich met een fraai gestileerde golf die geïnspireerd lijkt op de bekende golf van Kanagawa, een Japanse houtsnede door Hokusai uit 1832. Vakblad De Reclame schreef erover: ‘De Jaarbeurs is ditmaal ook gelukkig voor den dag gekomen. Agnes Canta gaf een fors biljet, een dat krachtig spreekt in goed gelukte kleurencombinatie en toch elegant blijft.’ Maar waarom een golf?
Scheepssymboliek
De meest voorkomende voorstelling op vooroorlogse Jaarbeurs-affiches was Mercurius, als klassieke god van de handel een oubollige maar logische keuze. Op een goede tweede plaats kwamen beelden rond zee- en scheepvaart, zoals Canta’s zeilschip, golf, anker (affiche 1937) en meerpaal (1941). Al in 1923 had schilder Leo Gestel een Jaarbeurs-affiche gemaakt van een schipper in de storm met de tekst ‘Wij houden zee!’. Maar Utrecht ligt niet aan zee en had geen haven van betekenis. Ook waren op de Jaarbeurs geen schepen te zien.
De zeemotieven waren symbolisch bedoeld en hadden een dubbele betekenis. In de eerste plaats stonden schepen vanouds symbool voor wereldwijd handelsverkeer. In de tweede plaats was een schip op de woelige baren een metafoor voor koers houden en standvastigheid. Dat gold zeker tijdens de economische crisis van de jaren dertig.
Het Orgaan van de Jaarbeurs lichtte in 1933 toe: ‘Zouden ook de jaarbeursinstituten de speelbal worden van de wilde zeeën, van de chaotische wervelwinden, van de vernielende krachten, waaraan, op economisch gebied, reeds zooveel goeds te gronde was gegaan? Of zouden de jaarbeursschepen nochtans koers houden zelfs bij stage onrust van de kompasnaald? Zou de vloot thuisvaren onbarmhartig gehavend en onttakeld òf zeewaardig bevonden en bestand gebleken tegen de duistere machten die thans het economische leven beheerschen — en stelselmatig vernielen?’
De economie was in 1933 al wat aangetrokken, zodat men concludeerde: ‘Het jaarbeurswezen heeft zich onder de zeer moeilijke en abnormale tijdsomstandigheden zeewaardig getoond.’ Of de argeloze beschouwer al deze symboliek op de affiches terugzag is natuurlijk maar de vraag.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.