De historische vereniging Oud-Utrecht maakt voor DUIC wandelingen door de stad, op zoek naar bijzonder erfgoed. Deze wandeling is kort, maar gaat heel ver het verleden in. We zoeken naar sporen van een oud klooster in Oudwijk. Twee vrouwen hadden veel te maken met dat klooster en hadden daarmee ook een rol in het ontstaan van Oudwijk.
Het klooster Oudwijk werd gesticht in 1131 door Mathilde (1102 tot 1167). Zij was getrouwd met Hendrik V (1081/86-1125), die Utrecht stadsrechten verleende in 1122. Het was een gearrangeerd huwelijk; Mathilde was twaalf jaar oud. Ondanks haar jonge leeftijd hield ze zich haar hele leven met politiek bezig. Ze kwam uit een machtige adellijke familie en was dochter van koning Henry I van Engeland. West-Europa werd er in die tijd anders bestuurd dan nu; de adel en geestelijkheid maakten de dienst uit. Mathilde bezat veel landerijen, waaronder een gebied bij Utrecht. In 1131 stelde zij een stuk land ter beschikking voor de stichting van een vrouwenklooster: de Sint-Stevensabdij. Andere edelen schonken geld en in 1174 stond er een volledig autonoom klooster voor adellijke dames, dat ook bekend stond als Abdij Altwijck (Oudwijk).
De tekst loopt door onder de foto.

Van oud pad naar asfalt
We beginnen de wandeling bij het Hogelandsepark en slaan de kronkelige Prinsesselaan in. In de tijd van Mathilde was dit een belangrijke weg dwars door lege landerijen. Aan het einde van de twaalfde eeuw strekte het bezit van de Sint-Stevensabdij zich uit vanaf de Biltstraat tot de huidige Burgemeester Reigerstraat. Er waren nog geen deftige villa’s tussen asfaltracebanen, maar boomgaarden en landerijen met grazend vee in het groen. De Sint-Stevensabdij was rijk en zelfvoorzienend. Het was een religieus centrum, maar door de gunstige ligging -op een kruispunt van wegen- tevens een agrarisch centrum, waar ook een bakkerij, een bierbrouwerij en uiteraard een kapel toe behoorden. De bewoonsters waren zoals eerder genoemd, van adel, met eigen bezit. Zij kozen zelf hun abdis en hoefden zich niet te houden aan de armoedegelofte.
De tekst loopt door onder de foto.

Ter hoogte van het rosarium gaan we, langs het ronde plantsoen rechts de Helmstraat in. We zijn aanbeland op de plek waar het kloostergebouw stond. Vanaf dit punt lopen we langs straten waar ooit de kloostermuur verrees, want ommuurd was het klooster van de onafhankelijke dames wel. Een belangrijke vrouw die advies gaf bij de opbouw van het klooster was Hildegard von Bingen (1098-1179). Ze had veel invloed op het stichten van onafhankelijke vrouwenkloosters zoals de Sint-Stevensabdij. Rechtdoor gaat de Helmstraat over in Oudwijk en even verderop in het Van Alphenplein. Tijdens werkzaamheden in de jaren vijftig zijn hier funderingsresten van de abdijmuur aangetroffen. We volgen de muur via de Braamstraat, die ophoudt bij de spoorlijn. Daar was ook de grens van het oude kloostererf in 1131.
Afbraak
Aan het begin van de zestiende eeuw was het gedaan met de economische- en godsdienstvrijheid van de vrouwen. Onder invloed van de Reformatie werden de vrije abdisverkiezingen afgeschaft. De abdis en een deel van haar kloosterlingen zochten een onderkomen in de stad. De vrouwenkloosters, en dus ook de Sint-Stevensabdij, werden ‘jufferenconventen’ op protestante basis, zonder vrije beschikking over hun goederen.
De Spanjaarden hielden aan het einde van dezelfde eeuw de Lage Landen bezet tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Om te voorkomen dat zij zich zouden verschansen achter de dikke kloostermuren, werd het in brand gestoken. Vervolgens werd het grootste deel in 1584 gesloopt door de Utrechters. In 1598 gingen het kloosterbezit over naar de Ridderschap van Utrecht, de voorloper van de Provinciale Staten. Het gebied werd verkaveld en verkocht. Volledig verdwenen was het eeuwenoude klooster echter niet, want het hoofdgebouw stond in de zeventiende eeuw nog steeds overeind. Het werd omgebouwd tot een buitenverblijf dat door de eeuwen heen herhaaldelijk verbouwd werd en uiteindelijk Huize Oudwijk is gaan heten.
De tekst loopt door onder de foto.

We gaan verder langs de contouren van het kloostererf. Via de Hofstraat slaan we linksaf de Oudwijkerveldstraat in. De huizenrij rechts werd gebouwd in 1773. De gevelstenen boven de ramen verwijzen naar Bijbelteksten. We wandelen de Oudwijkerveldstraat helemaal uit. De straten waar we doorheen zijn gelopen, waren er vroeger niet, op een paar huizenrijtjes na, zoals dat uit 1773. Het landhuis lag aanvankelijk te midden van landerijen, dat wil zeggen hoveniersgronden met en her en der een landgoed, waar het oude klooster er een van was. De meeste bebouwing verrees aan het einde van de negentiende eeuw.
Landgoed verdwijnt, stad verschijnt
Aan het einde van de Oudwijkerveldstraat slaan we linksaf de straat Oudwijk in. In de achttiende eeuw wisselde Huize Oudwijk diverse keren van eigenaar. In de negentiende eeuw fungeerde het als kostschool. De Gemeente begon met de aankoop van landgoederen en met het uitkopen van hoveniers met het oog op de meest omvangrijke stadsuitbreiding van Utrecht. Gaandeweg veranderde het landelijke gebied van het voormalige kloosterterrein in een stadspark, waarbij de kloostermuur uit 1131 in de negentiende eeuw werd gesloopt.
De tekst loopt door onder de foto.

Onder burgemeester Reiger (1845-1908) verrees, na zijn benoeming in 1891, de woonwijk Oudwijk. Het landgoed met Huize Oudwijk bleef nog intact, evenals de gigantische vijver die voor het huis lag en nog dateerde uit de kloostertijd. De waterpartij moet zich ongeveer hebben uitgestrekt vanaf de middenberm voor de latere kerk, tot de bomen nabij Oudwijkerlaan 47.
In 1924 werd deze enorme vijver gedempt voor wegenaanleg en voor de bouw van de Heilig Hartkerk. De kerk had het kavel in 1923 aangekocht. De architect Jos Duynstee (1881-1945?) ontwierp de kerk in Amsterdamse Schoolstijl tussen 1927 en 1929, het jaar waarop de kerk werd ingewijd. Op de hoek van de toren is een prachtig Heilig Hartbeeld ingemetseld, dat werd ontworpen door de beeldhouwer Hans Mengelberg.
De tekst loopt door onder de foto.

In de kerk zijn momenteel appartementen gevestigd evenals in Huize Oudwijk, dat bleef bestaan, maar volledig werd ingebouwd. Het is een bijzonder idee dat ongeveer op de plek van deze kerk pakweg 900 jaar geleden de kloosterkerk heeft gestaan. Om de wandeling af te ronden gaan we Huize Oudwijk naderbij bekijken. We lopen langs de kerk, slaan linksaf Oudwijk in. Voorbij nummer 21 lopen we linksaf naar het witgepleisterde landhuis, dat tussen 1864-1870 dit uiterlijk kreeg. Het staat op de fundamenten van het oude klooster uit 1131: een historische sensatie.
Tekst: Ester Smit
7 Reacties
ReagerenBeste lezers,
Geheel terecht wees mevrouw C. Broer mij op een vervelende fout van mijn kant. Ik heb twee Mathildes verward in het stuk. Mevrouw Broer is auteur van de publicatie ‘Uitzicht op Oudwijk’ (verschenen in 2021). Zij is zo vriendelijk geweest uitleg te geven over de Mathildes: “de ene is de Utrechtse burggravin en stichteres van de kloostergemeenschap van Sint-Steven in Oudwijk omstreeks 1135 (sic), en de andere is keizerin Mathilde, echtgenote van keizer Hendrik V, en medebegunstigster van de abdij van Sint-Laurens in Oostbroek-De Bilt”.
Meer (én de juiste) informatie staat in het boek “Uitzicht op Oudwijk”.
Het is te bestellen op https: http://www.broerendebruijn.nl/Oudwijk.html.
Hartelijke groeten,
Ester Smit.
Ik geniet enorm van deze verhalen maar een plattegrond (eventueel met de beschreven route) zou zeer welkom zijn.
Goudwijk represent!
Zelf ben ik in die omgeving opgegroeid.
In de heilig Hart kerk (nu omgebouwd tot appartementen) kwam ik zeer regelmatig.
Hoorde het huidige Wilhelmina park ook bij Huize Oudwijk?
Graag ga ik de wandeling deze winter maken.
Liefhebbers van de historische ‘gigantische vijver’ kunnen deze nog komen bezichtigen in de kelder van de oude pastorie op Oudwijk 21
Als geboren Utrechter die al jaren in het buitenland woont, sluit ik me geheel en al aan bij de opmerking van @Thomas.
Jeugd doorgebracht in oudwijk loop er regelmatig door spoorwegmuseum oosterspoorbaan oosterstraat zonstraat ons driehoekje varen in de singel, over het kippenlaantje lopen naar me opa in sterrenwijk memoires.