De middeleeuwse Wittevrouwenbrug in Oost komt terug in het klein: ter herinnering plaatst de gemeente Utrecht in de huidige Wittevrouwenbrug een gevelsteen van de oorspronkelijke brug- en poort. De gevelsteen is gemaakt door beeldbouwer Koos Boomstra en toont een afbeelding van dit historische complex, dat in 1858 werd gesloopt. Samen met wethouder Binnenstad Mirjam de Rijk onthult Boomstra vandaag de gevelsteen.

Van de middeleeuwen tot aan de definitieve sloop was de Wittevrouwenpoort een van de vier belangrijke toegangen tot de stad. De andere drie waren de Catharijnepoort, de Tolsteegpoort en de Weerdpoort. De poort was vernoemd naar het middeleeuwse Wittevrouwenklooster dat zich binnen de stadsmuur bevond en in het begin van de achttiende eeuw werd gesloopt. In de omgeving herinneren ook de Wittevrouwenstraat, Wittevrouwenbuurt en Buiten Wittevrouwen aan het klooster. Het poortcomplex omvatte een voorpoort met twee boogopeningen en ophaalbrug, een vaste brug met een opklapbaar gedeelte en de hoofdpoort met aan weerszijden de stadsmuur. De situatie rond deze poort en brug is sinds de bouw van de stadsmuren vanaf 1122 meermalen ingrijpend veranderd. De middeleeuwse poort en brug zijn in de zeventiende eeuw vervangen door een nieuwe poort en brug. In 1858 werden die poort en brug gesloopt en is de huidige (Wittevrouwen)brug gebouwd.

De gevelsteen is van natuursteen en heeft een lichte kleur. Op de steen staat in goudkleurige letters ‘de Wittevrouwenpoort anno 1610’. Beeldhouwer Koos Boomstra maakte het beeldhouwwerk in opdracht van de gemeentelijke werkgroep Directe Voorzieningen. Deze werkgroep zet zich in voor herstel van historische en karakteristieke elementen in het straatbeeld.