Verdwenen musea: Tandheelkundig Museum aan de Jutfaseweg | De Utrechtse Internet Courant Verdwenen musea: Tandheelkundig Museum aan de Jutfaseweg | De Utrechtse Internet Courant

Verdwenen musea: Tandheelkundig Museum aan de Jutfaseweg

Verdwenen musea: Tandheelkundig Museum aan de Jutfaseweg
Ansichtkaart museumzolder aan de Jutfaseweg
Eén van de Utrechtse musea die ontstaan zijn uit een universitaire onderwijscollectie begon op een zolderkamer en verhuisde later mee naar De Uithof. Toen de tandheelkunde-opleiding eind jaren tachtig uit Utrecht verdween, bleef het erfgoed. De verzameling modellen, instrumenten en prenten is ondergebracht bij het Universiteitsmuseum.

Eén van de Utrechtse musea die ontstaan zijn uit een universitaire onderwijscollectie begon op een zolderkamer en verhuisde later mee naar De Uithof. Toen de tandheelkunde-opleiding eind jaren tachtig uit Utrecht verdween, bleef het erfgoed. De verzameling modellen, instrumenten en prenten is ondergebracht bij het Universiteitsmuseum.

Het Tandheelkundig Museum werd geopend op 29 maart 1958, officieel als een afdeling van het Universiteitsmuseum dat destijds aan de Trans zat. Het Tandheelkundig Museum was echter op de zolder van het Tandheelkundig Instituut aan de Jutfaseweg 7 gevestigd. Sinds 1929 gebruikten de tandheelkundigen dit pand dat in 1873 gebouwd was voor de Amaliastichting, de verpleegafdeling van het Rode Kruis.

Het lectoraat Tandheelkunde aan de Utrechtse universiteit vormde sinds het begin in 1877 lange tijd de enige tandartsenopleiding van het land. De eerste lector, dr. Theodore Dentz, legde al een onderwijsverzameling aan die de basis zou vormen van het latere museum. Dr. Justus van Loon, lector in de tandanatomie en orthodontie, breidde de collectie uit met schedels en gebitsmodellen met tandafwijkingen. Mejuffrouw Jansje Schuringa, die gespecialiseerd was in protheses, bouwde een verzameling op van gipsmodellen, dia’s en röntgenfoto’s van ruim 1.000 patiënten met kaakverminkingen die zij vanaf 1920 behandelde.

Onder conservator (later directeur) F.E.R. de Maar groeide de tandheelkundige verzameling uit tot een van de grootste in Europa. Hij was in 1954 aangesteld en zorgde ervoor dat het museum vier jaar later voldoende ontwikkeld was om voor het publiek open te gaan — al was dat aanvankelijk alleen op woensdagen en vrijdagen. Naast onderwijs- en onderzoeksmateriaal omvatte de collectie toen ook attributen uit de tandartsenpraktijk, zoals handinstrumenten, boormachines, behandelstoelen en instrumentenkasten.

Gebouw Amaliastichting en houten fantoomkop met gebit, ca. 1900 (Roosmarijn9 / Museumboek Utrecht)

Stijlkamers

De Maar reisde stad en land af om de collectie uit te breiden en legde daarnaast een privéverzameling prenten aan. Met steun van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering van de Tandheelkunde werd in 1960 de verzameling van de overleden Haagse tandarts Kalman Klein aangekocht met 1.500 antieke boeken, honderden prenten en evenzovele instrumenten. Een curiositeit was het kistje met tandheelkundige instrumenten van aartshertogin Marie Louise, de tweede vrouw van Napoleon.

Het Tandheelkundig Museum beoogde zowel belangstellende bezoekers als vakgenoten inzicht te geven in de ontwikkeling van de tandheelkunde. Daartoe werden vier stijlkamers ingericht uit verschillende periodes. Om te beginnen van een tandtechnisch lab halverwege de negentiende eeuw, met houten werkbanken, een polijstmachine en een plaatwals om metaal op de juiste dikte te krijgen.

De tweede stijlkamer was een tandartsenpraktijk anno 1880. Hygiëne speelde toen nog geen grote rol, zo bleek uit de aanwezigheid van tapijten en zware gordijnen. Er stond een ‘Owenchair’ (tandartsstoel) uit 1865 en een trapboor uit 1873. De volgende kamer was ingericht als een tandartsenpraktijk aan het begin van de twintigste eeuw. De elektriciteit had toen net haar intrede gedaan, getuige de lampen en elektrische boormachine. De meubels en instrumentenkasten hier waren in 1916 aangeschaft door de Utrechtse tandarts Van der Sluis.

De vierde stijlkamer had het tandheelkundig onderwijs als thema. Het was een reconstructie van een ruimte uit het eerste Tandheelkundig Instituut van dr. Dentz zoals dat in 1877 aan de Wittevrouwenstraat was begonnen. Naast de stijlkamers bood het museum een overzicht van de veranderde zithouding van patiënten tijdens de behandeling, van houten kruk tot verstelbare leunstoel. In vitrines lagen verder talloze instrumenten zoals extractietangen, tandsleutels, pelikanen, röntgenbuizen, afdruklepels en boren.

Kubus Cariës

Al in 1966 was besloten tot een groot nieuw gebouw voor het Tandheelkundig Instituut op De Uithof, maar het duurde nog tot 1974 tot het werd geopend. Dit opvallende Wentgebouw aan de Sorbonnelaan van de architecten Joost van der Grinten en Teun Koolhaas kreeg bijnamen als de Ponskaart, Kubus Cariës en de Holle Kies. Het Tandheelkundig Museum verhuisde mee naar het nieuwe onderkomen en was daar op alle werkdagen voor publiek geopend.

In 1988 sloot minister Deetman — ondanks protesten — de Utrechtse subfaculteit Tandheelkunde. De museumcollectie werd in het Universiteitsmuseum ondergebracht. Pas met de opening van het nieuwe gebouw aan de Lange Nieuwstraat in 1996 konden de spullen deels worden getoond. Kort daarna werd de prentencollectie van oud-directeur De Maar aangekocht. Nog altijd ziet de Stichting Vrienden van het Tandheelkundig Museum (tegenwoordig Tandheelkundig Erfgoed geheten) toe op het behoud van de verzameling. Het Wentgebouw werd in 2014 helaas gesloopt; aan de Jutfaseweg 7 herinnert nog een gevelsteen aan het Tandheelkundig Instituut.

Lezing verdwenen musea
Op Open Monumentendag zaterdag 14 september geeft Arjan den Boer een
gratis lezing over ‘Verdwenen musea in en rond het Catharijneconvent’. Aanvang 15:00 in het Auditorium van Museum Catharijneconvent.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

6 Reacties

Reageren
  1. stefan

    Ik stel de artikelen van Arjan bijzonder op prijs.

  2. Katja

    Boekboekboek !!!

  3. Tamara iddink

    Wat een genot om de artikelen van Arjan te leze

  4. wollie

    wat een man ❤️

  5. Maria ten Hoeve

    Wat een interessante collectie. Ik kan me voorstellen dat aankomende tandartsen of studenten die studeren voor tandtechnicus hier veel baat bij hebben. Maar ook als leek zijn dit soort plekken interessant, dan zie je van hoever we zijn gekomen in de medische wetenschap. https://www.tandprotheticus-jhoogendijk.nl/implantoloog-doetinchem

  6. Denise Krul

    Beste mensen,
    Mijn vader was tandarts. Hij is onlangs (op hoge leeftijd) overleden, en had nog als ‘pronkstuk’ een met de voet te bedienen antieke gietijzeren tandartsboor met snaaraandrijving staan. Zouden we jullie daar een plezier mee kunnen doen?
    groet, Denise Krul

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).