Verdwenen winkels: Kreymborg aan de Lange Viestraat Verdwenen winkels: Kreymborg aan de Lange Viestraat

Verdwenen winkels: Kreymborg aan de Lange Viestraat

Verdwenen winkels: Kreymborg aan de Lange Viestraat
Ansichtkaart ca. 1970
Het eerste moderne winkelpand aan de verbrede Lange Viestraat was de modezaak Kreymborg in 1928. Het kubistische gebouw stond op de hoek met de (latere) Sint-Jacobsstraat, waar nu de ingang van de Bijenkorf is. De jaren daarop zou de Viestraat vervolmaakt worden met het glazen torentje van modemagazijn Dijckhoff en de moderne warenhuizen van Vroom & Dreesmann en Galeries Modernes. Aan de overkant, op de hoek met het Vredenburg, verrees in 1939 de nieuwe C&A.

Het eerste moderne winkelpand aan de verbrede Lange Viestraat was de modezaak Kreymborg in 1928. Het kubistische gebouw stond op de hoek met de (latere) Sint-Jacobsstraat, waar nu de ingang van de Bijenkorf is. De jaren daarop zou de Viestraat vervolmaakt worden met het glazen torentje van modemagazijn Dijckhoff en de moderne warenhuizen van Vroom & Dreesmann en Galeries Modernes. Aan de overkant, op de hoek met het Vredenburg, verrees in 1939 de nieuwe C&A.

Bij de opening van het winkelpand in maart 1928 sprak oprichter Anton Kreymborg, vergezeld van zijn drie zoons en opvolgers: ‘Zoo ik ooit met vreugde en verlangen de opening eener zaak heb tegemoet gezien, is het voor zeker hier, in het centrum van Nederland, de vierde stads des rijks, Utrecht, waar ik als jongeling de meest leerzame ontwikkelingsjaren in het confectiebedrijf heb doorgebracht’. Want ook al was de eerste Kreymborg-winkel in 1905 geopend in Amsterdam, de wortels van het bedrijf lagen deels in Utrecht.

Duitse winkeliers

Anton Kreymborg (1862-1946) uit Lohne in Westfalen was een van de vele Duisters die in de 19e eeuw naar Nederland kwamen om in de kledinghandel te werken of nieuwe winkels te openen. Anton begon in 1882 als winkelbediende bij de firma Van der Sandt & Co aan de Oudegracht 147, een manufacturenzaak die was opgericht door een oud-werknemer van de Winkel van Sinkel. In 1888 stak Anton Kreymborg de Oudegracht over om te gaan werken bij Peek & Cloppenburg op nummer 136. De families Sinkel, Van der Sandt, Peek en Cloppenburg waren alle van Duitse komaf, net als Kreymborg.

Anton Kreymborg schopte het bij P&C tot medefirmant en vertrok – met zijn kersverse Utrechtse echtgenote Henrica van Beurden — als filiaalchef naar Groningen en Leeuwarden. Bij een reorganisatie van P&C in 1900 mocht hij echter geen medeaandeelhouder worden, waarna hij voor zichzelf begon. Zijn confectieatelier had in eerste instantie nog geen eigen winkels, maar verkocht kleding aan C&A (de familie Brenninkmeijer kwam ook uit Westfalen). In 1905 opende Anton z’n eerste winkel aan de Leidsestraat in Amsterdam, al snel gevolgd door vestigingen in andere steden. Zijn broer Gerhard Kreymborg (1864-1911) was in 1891 al een kledingwinkel begonnen in Den Bosch, en de twee broers vormden nu samen een winkelketen, opgedeeld in Noord en Zuid. Toen Gerhard in 1911 overleed, werd Anton de baas over alle tien vestigingen.

Tekst loopt door onder de afbeeldingen

Advertentie 1908

Sinds 1907 had Kreymborg ook een winkel in Utrecht: aan de Mariaplaats 3. Aanvankelijk als ‘Amerikaansch Heerenkleding Magazijn’ in een combinatie met Gründemann & Jonckbloedt. Maar twee jaar later was het alleen nog A. Kreymborg die in de advertenties vermeld stond. ‘Het cachet van elegance, de deugdelijkheid in het dragen, de scherpe prijzen zijn het gevolg van onze machtige inkoopcombinatie over geheel ons land, jarenlange ervaring en dagelijksche inspanning, de reuzenomzetten en de goede kostenverdeeling. Al zou men ook willen, men kan op den duur niet tegen ons concurreeren’, schreef Kreymborg vol zelfvertrouwen.

Nieuwe winkel

In 1924 liet Kreymborg z’n oog vallen op de Puist van Hagen. Dat was het pand van sigarenmaker Hagen dat als enige was blijven staan bij de verbreding van de noordzijde van de Lange Viestraat eind 19e eeuw. (De zuidzijde zou rond 1930 worden verbreed.) Het duurde nog tot 1927 voor de gemeente er eindelijk in slaagde de vooruitstekende ‘puist’ te slopen. Kreymborgs nieuwe winkel op deze plek werd ontworpen door Carl Brück (1891-1974) van het Arnhemse architectenbureau Schaap, die later ook het Kreymborg-filiaal in Nijmegen ontwierp. Het eigentijdse gebouw van baksteen neigde naar het kubisme van De Inktpot. Opvallend element was de robuuste hoektoren. Het geheel maakte ‘een voornamen indruk’, volgens het UN, het interieur had ‘smaakvolle betimmeringen en een spiegelgladde parketvloer’.

Hoek Vredenburg met Kreymborg, 1973 (Het Utrechts Archief)

De modewinkel op de markante hoek — vanaf 1940 met de Sint-Jacobsstraat — werd decennialang druk bezocht, maar moest in 1975 weg vanwege bouwplannen voor de Bijenkorf. Dat warenhuis moest het gat in de Viestraat opvullen dat V&D had achtergelaten na vertrek naar Hoog Catharijne. Door juridisch getouwtrek tussen de gemeente en de Bijenkorf — er was inmiddels een lage noodwinkel met alleen meubels — stond het oude Kreymborg-pand nog tien jaar leeg. In 1985 werd het gebouw gesloopt en op die plek opende twee jaar later het winkelcentrum La Vie, dat gekoppeld was aan de Bijenkorf.

Kreymborg was ondertussen allang verhuisd naar Vredenburg 3, het voormalige hotel-restaurant Noord-Brabant (nu Douglas). Maar in de jaren negentig — inmiddels eigendom van Vendex KBB — ging het bergafwaarts met het degelijke Kreymborg. Pogingen om meer jeugdige klanten aan te spreken mislukten, en ook ‘koopkrachtige Nederlanders van boven de dertig’ als nieuwe doelgroep mochten niet baten. In 2000 hield Kreymborg op te bestaan.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

5 Reacties

Reageren
  1. Barend

    Wat is er eigenlijk misgegaan met de Lange Viestraat, dat die eens zo levendige winkelstraat no zo’n desolate tochtfuik is geworden.

  2. echte Utrechter

    Met links de magazijnen van V&D waar op de begane grond (bij de Rozenstraat) ook nog een ingang naar de V&D was. Je moest dan door een lange wit gekalkte gang lopen (dus als het ware achter Kreymborg langs) om in de zaak te komen.
    Overigens kon je ook op de Oude Gracht naar binnen (nu Scapino) waar je meteen in de boeken afdeling stond.
    Rechts van Kreymborg Miss Etam. Dit pand met de 2 dakkapellen is nog enige tijd gekraakt geweest om tegen de sloopplannen te protesteren.
    Deels was boven het mooie interieur nog aanwezig al was het flink verwaarloost. Het stond al jaren leeg.
    Het is er allemaal niet fraaier op geworden helaas.

  3. Jeroen

    @Barend omdat het een kale busbaan is waar geen enkele boom staat? En er verder ook geen verbinding is tussen winkels en de straat door de armoedige en veelal gesloten gevels? Het matige aanbod aan winkels en gebrek aan horeca? De hele straat heeft superveel potentie maar geen enkele verblijfskwaliteit. Als je er bent wil je er vooral zo snel mogelijk doorheen zijn.

  4. Thomasje

    Omdat private partijen destijds geld staken in de eerste ontwikkeling van het stationsgebied (HC) is toen afgesproken dat de jacobsstraat e.o. niet als winkelgebied ontwikkeld zou worden. Vandaar.

  5. Clio

    Ik vind de hele binnenstad van Utrecht lelijk geworden. Alle karakteristieke panden zijn verdwenen, HC trekt mij ook voor geen meter. Heb jaren in de binnenstad gewerkt en een zaak gehad in HC maar nu kom ik er nog 1 x per 2 jaar voor het borstonderzoek, tenzij ik ergens iets moet ophalen. Gelukkig is dat bedrijf inmiddels ook uit de binnenstad verdwenen.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).