Voor meubelgiganten moet je tegenwoordig naar de woonboulevard Kanaleneiland. Daar eindigde Serrée Woninginrichting ook, maar dit bedrijf was het grootste deel van de 20e eeuw gevestigd in verschillende panden aan de Oudegracht. Daarnaast had Serrée filialen, showrooms en modelkamers door de hele stad. Het familiebedrijf dat was opgericht door een behanger, groeide zo uit tot de grootste meubelzaak en stoffeerder van Utrecht.
Johan Serrée (1871-1938), zoon van een Utrechtse tabakswinkelier, leerde het behangersvak van zijn schoonvader, Hendrik Moor uit Den Haag. In 1896 begon Johan zijn eigen bedrijf — met één leerjongen — aan de Lange Lauwerstraat, om al snel te verhuizen naar Oudegracht 38. Daar stond de zaak aangegeven als behangerij en stoffeerderij. Na nog een heel kleine verhuizing in 1911 was Serrée gevestigd op Oudegracht 36, waar ‘Tapijten Bedden Meubelen’ op de gevel stond. Johan had het aanbod inmiddels verbreed tot woninginrichting. Zoon Bernard Serrée (1900-1982) zou de zaak op dit terrein verder uitbouwen.
Johan Serrée zelf overleed in 1938, maar een paar jaar eerder had hij nog het 40-jarig jubileum meegemaakt. Het Utrechtsch Nieuwsblad beschreef toen de groei van het bedrijf. ‘Wanneer men zich realiseert welk een uitgebreidheid Serrée op het oogenblik in Utrecht omvat, dan is het zeer zeker de moeite waard om de geleidelijke vooruitgang van deze zaak van meet af aan te volgen.’ Sinds 1926 was er een filiaal aan het begin van de Nachtegaalstraat, dat meermaals werd uitgebreid. In hetzelfde jaar was Serrée begonnen met modelkamers aan de Bemuurde Weerd OZ, waar klanten de meubels in een huiselijk interieur konden bekijken.
Tekst loopt door onder de foto
Groeiperiode
Er kwamen meer modelkamers aan de Kraanstraat en de Plompetorengracht, en een grote modelwoning aan de Maliesingel 20, ‘de trots van den heer Serrée. Hier heeft hij een uitgebreide collectie ameublementen opgeslagen, allen in een passende omgeving. Ook stalen meubelen ontbreken niet.’ Er volgde nog een vestiging aan de Biltstraat. Pakhuizen, werkplaatsen en garages waren aan Gruttersdijk en Lange Lauwerstraat. In totaal beschikte Serrée over 3.500 m² verkoop- en bergruimte. Het UN schreef: ‘Zeventig man personeel bevolken de tallooze filialen en afdeelingen’. Dat waren onder anderen verkopers, meubelmakers, behangers, stoffeerders en naaisters.
De economische crisis en vervolgens de oorlogsdreiging verhinderden de groei van Serrée niet. ‘Dit MOET u lezen!’, stond er in dikke grote letters bovenaan een advertentie in 1939. ‘Wij leven in een tijd van oorlogsrumoer, distributie en verboden… Een gezellig interieur doet nu wonderen. Weggedoken in een fauteuil bij de warme haard bekijkt u de toestand optimistischer dan in de regen bij een bushalte.’ Achteraf gezien was deze advertentie wel erg luchthartig.
Na de oorlog nam het personeelsbestand verder toe tot ruim 100 werknemers. In 1963 stond in een personeelsadvertentie: ‘Utrecht breidt zich uit… Serrée groeit mee! Het komende voorjaar zullen vele honderden nieuwe woningen gereed komen. Serrée zal daarvan weer een groot aantal stofferen en inrichten.’ Een andere advertentie uit die jaren luidde: ‘Verkoopsters en verkopers op de afd. woningtextiel van Serrée zijn geen “winkelbedienden”. Het zijn binnenhuisadviseurs, die onze grote cliëntenkring behulpzaam zijn bij het oplossen van hun stofferingsproblemen.’
Sinds 1955 was het grote huis Groenewoude aan de Oudegracht 151 (voorheen Lampe Mode) de hoofdvestiging van Serrée Woninginrichting, in de jaren zestig aangevuld met een ‘boutique‘ aan de Steenweg en zelfs nog een vestiging in Arnhem. Directeur werd in deze periode Jules Serrée, de derde generatie.
Tekst loopt door onder de foto
Serrée was een belangrijke deelnemer aan de Coöperatieve Meubelhandelsvereniging Top-Form, een landelijke samenwerking van meubelverkopers en -fabrikanten. In 1960 was de eerste Topform-collectie gelanceerd met onder andere een palissander dressoir dat aansloeg. Topform werkte met eigentijdse ontwerpers. Daarnaast had Serrée een Classique-collectie, later Classic genoemd. Deze afdeling had in 1969 een aparte showroom in het net gerestaureerde huis Drakenburg aan de Oudegracht 114.
Groot Craeckenborgh
In 1970 werd Oudegracht 147, een groot buurpand van Serrée, na jaren van leegstand gekraakt. De krakers, marxistische studenten die allerlei sociale activiteiten organiseerden zoals een ‘anti-autoritaire kresj‘, gaven het de bijnaam Groot Craeckenborgh. Dit ‘sociale experiment’ werd door de gemeente erkend, maar winkelende moeders gebruikten de crèche als ‘parkeerplek’ voor hun kinderen, wat tot conflicten leidde. De anti-autoritaire groep vertrok naar het Domplein en in 1971 kocht Serrée het pand. Huis-aan-huisblad Groot Utrecht kopte: ‘Serrée-bolwerk aan gracht nóg sterker’. De winkel bestreek nu Oudegracht 145 t/m 151 (behalve nummer 149, Van Zijl’s Mode). Op de gevel van Serrée stond ‘wonen & welzijn’, wat beter paste bij de tijdgeest dan ‘woninginrichting’.
Tekst loopt door onder de foto
Omstreeks 1988 sloot Serrée aan de Oudegracht. De diverse winkels, showrooms en opslagruimtes werden samengebracht in een grote zaak aan de Nieuw Amsterdamlaan in het bedrijvengebied Kanaleneiland. In 1993 kwam er echter — na net geen eeuw — een einde aan het bedrijf. In het gebouw aan de woonboulevard vestigde zich Kwantum, een doorstart van de Kwantumhallen uit de Lange Viestraat. Op Oudegracht 147 kwam eerst de Wibra en later H&M. Momenteel wordt het casco gerenoveerd door eigenaar Syntrus Achmea.
Ken jij de verhalen achter de Utrechtse horeca uit de 20e eeuw? Arjan den Boer en Ton van den Berg maken samen een boek over de verdwenen horeca uit deze periode en hebben daarbij jouw hulp nodig! Lees hier meer en bestel alvast een boek.
7 Reacties
ReagerenDit soort winkels horen er dus te zitten aan de oude gracht en geen horeca voor bral akken!!! Dit hoort er te zijn in een stad. Winkels te kust en te keur!
Serree was kwaliteit. Ik durf het bijna niet te zeggen, maar ik heb nog steeds gordijnen van ze hangen.
@Trudie wat moet je bij een winkel? Internet heeft een véél groter aanbod dan die paar winkels in de stad. Bovendien kun je producten thuis ook uitproberen en evt retour sturen. Of ik nou het product uit de stad haal, of een bezorger met e-bike of e-bus het naar mij brengt. Evenveel energie.
Horeca heb je niet op internet. Gezelligheid, rumoer, mensen ontmoeten… allemaal redenen om naar de stad te gaan. Een nieuwe pan of setje schoenen: internet heeft een véél ruimer aanbod én reviews van die producten.
Bril aanmeten gaat ook niet op internet. Dat soort winkels, die een echte ervaring of niet door een browser te vervangen service bieden hebben een plaats in de stad. En horeca. Lekker veel leuke horeca. Gezellig!
En als ik dan toch naar dat café ga, ga ik misschien wel een half uurtje eerder om een kledingstuk te passen. Als er geen leuke horeca is in een stad, sturen ze het maar op.
@ BizeWolf
En dan ga je op je laptop zitten om uit te proberen of het bankstel goed zit ?
En als dan het derde bankstel heen en weer is geweest en het vierde heeft in het echt toch een net iets andere kleur dan op het scherm dan gaat die ook maar weer terug ?
Kost niets, toch ?
@Ton mijn bankstel komt inderdaad van het grote boze internet: zit en ligt heerlijk. Reviews waren goed. Prijs was goed. Snel geleverd. Fauteuil idem, gekocht via Whoppah. Ook top service.
Idealer is het om een bankstel uit te proberen, maar de banken die in stad-centrum te koop zijn, zijn erg prijzig want meestal een mooi merk. En naar de meubelboulevard ga je ook niet voor je plezier. Wel lekker weinig horeca trouwens. Tip.
Ik koop heus wel eens wat in de stad, of slenter door een winkel, maar knoop er altijd horeca aan vast. Ik geef alleen maar aan: door internet zijn de behoeften qua winkelaanbod veranderd.
Uit de tijd dat die mooie panden nog niet onder de graffiti zaten.
@ Boze Wolf
Misschien ben ik te kritisch.
Ik vond vrijwel alle bankstellen te laag, te diep en te zacht.
Online is dat natuurlijk al helemaal niet te beoordelen.
Ik vond een geschikte uiteindelijk in een winkel in de binnenstad.