De Vereeniging: herensociëteit doet de deuren open | De Utrechtse Internet Courant De Vereeniging: herensociëteit doet de deuren open | De Utrechtse Internet Courant

De Vereeniging: herensociëteit doet de deuren open

De Vereeniging: herensociëteit doet de deuren open
De Vereeniging (foto Arjan den Boer)
Met Open Monumentendag op zaterdag 11 september is Sociëteit De Vereeniging aan de Mariaplaats 14 toegankelijk voor publiek. Het statige sociëteitsgebouw ondergaat momenteel veel veranderingen. Dit najaar komen er werkplekken van De Stadstuin en kort daarna opent in de grote zaal een nieuw restaurant van Oud London. Met deze vernieuwingen moet het gebouw een opener uitstraling krijgen, zodat meer mensen kunnen genieten van de middeleeuwse muren, de 17e-eeuwse zolderingen en de bijna 150 jaar oude sociëteitszaal.

Met Open Monumentendag op zaterdag 11 september is Sociëteit De Vereeniging aan de Mariaplaats 14 toegankelijk voor publiek. Het statige sociëteitsgebouw ondergaat momenteel veel veranderingen. Dit najaar komen er werkplekken van De Stadstuin en kort daarna opent in de grote zaal een nieuw restaurant van Oud London. Met deze vernieuwingen moet het gebouw een opener uitstraling krijgen, zodat meer mensen kunnen genieten van de middeleeuwse muren, de 17e-eeuwse zolderingen en de bijna 150 jaar oude sociëteitszaal.

Mariaplaats 14 was oorspronkelijk een middeleeuws kanunnikenhuis dat binnen de ommuurde immuniteit van de Mariakerk lag. Het grensde aan het Mariakerkhof en werd bewoond door kanunniken, geestelijken die geen kloostergeloften hoefden af te leggen. Ze leefden in rijkdom en hadden gezinnen. Een van hen was de schilder Jan van Scorel, die hier in 1530 een jaar woonde voordat hij naar het nabije Achter Clarenburg verhuisde. Van Scorel ontwierp een oksaal en gebrandschilderde ramen voor de Mariakerk.

Oostelijke trapgevel en aanbouwen in 2000 (Het Utrechts Archief)

Het centrale hoofdhuis van baksteen — later gepleisterd — is in de 14e eeuw gebouwd, waarbij tufstenen muurdelen van een ouder pand zijn hergebruikt. Het zadeldak zit tussen twee trapgevels, die aan de zijkanten nog zichtbaar zijn boven de latere bebouwing. In het metselwerk tekent zich de omtrek van oudere trapgevels af, een aanwijzing dat het huis oorspronkelijk maar één bouwlaag had (met een zolder). Rond 1500 is het pand met een verdieping opgehoogd.

Sjabloonschilderingen uit de 16e eeuw (Arjan den Boer)

Omdat het hoofdhuis midden op het ruime erf stond, was er aan alle kanten ruimte voor aanbouwsels, die in de loop der eeuwen werden toegevoegd. Tegen de linker zijgevel kwam rond 1525 een hoge kelder met daarboven een opkamer. De moerbalken daar hebben sleutelstukken met een peerkraalprofiel. Bij een restauratie in 1994 zijn er resten in het zicht gekomen van sjabloonschilderingen in renaissancestijl. Achter de opkamer, loodrecht op het hoofdhuis, verrees in de 16e eeuw een vleugel van twee bouwlagen. In de twee daaropvolgende eeuwen zijn nog twee uitbreidingen toegevoegd: een lage aanbouw tegen de rechter zijmuur en een korte vleugel loodrecht op de voorgevel (waartegen later de sociëteitszaal zou komen).

17e-eeuwse zoldering (Arjan den Boer)

Gegoede burgers

In de periode na de reformatie maakten de welgestelde geestelijken plaats voor welgestelde burgers (de titel kanunnik bleef overigens bestaan). De muur om de immuniteit werd gesloopt en het Mariakerkhof werd samengevoegd met de Mariaplaats, het marktplein dat ten oosten van de kerk lag. Het dak van het hoofdhuis van Mariaplaats 14 werd begin 17e eeuw vernieuwd. Uit dezelfde tijd dateert de bijzondere spiltrap met ingesneden leuning, die op zolder bekroond wordt door een achtkantige knop. De vestibule, het rechter deel van de begane grond, werd in de 18e eeuw van stucwerk voorzien. De hoofdingang kreeg toen ook een nieuwe omlijsting en de ramen werden vervangen.

17e-eeuwse spiltrap met ingesneden leuning (Arjan den Boer)

Aan de straatkant verrees rond 1755 een theehuisje met uitzicht op het Mariakerkhof, destijds omschreven als ‘een theecoupel met behangsels en schilderijen op de schoorsteen’. Deze theekoepel stond op de plek waar tegenwoordig de vooruitstekende erker van de sociëteitszaal is. Uit een aankondiging van verkoop in 1790 blijkt dat er toen ‘een ruime thuin voor en dito agter de huizinge’ (een ruime voor- en achtertuin) was. Zowel aan de Mariaplaats als aan het Achter Clarenburg gaf een poort toegang tot het erf. Achter die laatste poort stond destijds een ‘Koetshuis en Stallinge voor vier Paarden’. De poort aan het Achter Clarenburg bestaat nog en is onlangs gerestaureerd.

Poort Achter Clarenburg (met trapgevel Mariaplaats 14) door B. van Straaten, 1815 (Het Utrechts Archief)

Het huis was sinds 1755 eigendom van Gerardus Bernardus Visscher (1701-1772), die resident van het eiland Timor (Nederlands-Indië) was geweest. Zijn nabestaanden verkochten het pand begin 19e eeuw aan de familie De Kock. Die zagen de Mariakerk afgebroken worden en rond 1845 op die plek het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen verrijzen. Pal naast hun huis werd in 1864 de Boterhal gebouwd. IJsbrand Jan Hendrik de Kock, griffier bij de Provinciale Staten, zou de laatste bewoner van het pand zijn. Hij verkocht het huis en erf in 1872 aan Sociëteit De Vereeniging.

Sociëteitsgebouw

Sinds het eind van 18e eeuw waren er in Utrecht verschillende sociëteiten, meestal met een politieke signatuur. De grootste tegenstelling was die tussen patriotten en prinsgezinden (aanhangers van de stadhouder). De belangrijkste Oranjegezinde sociëteit was Sic Semper, die van de patriotten De Eendracht, later De Vriendschap geheten. In de loop van de 19e eeuw namen de politieke verschillen af en was er behoefte aan een neutrale sociëteit.

Schilderij van onbekende herkomst dat nu in sociëteit De Vereeniging hangt

Sociëteit de Vereeniging is in 1869 informeel begonnen met bijeenkomsten in de Stadsschouwburg aan het Vredenburg. Het doel was ‘om onder de inwoners uit den beschaafden stand een nuttigen en gezellen omgang te bevorderen’. Dat alleen heren welkom waren werd vanzelfsprekend geacht. Opmerkelijk voor die tijd was de gemengde levensbeschouwelijke achtergrond van het bestuur: er waren protestantse, katholieke en joodse bestuursleden. Ook opvallend was het gebrek aan adel; de meeste leden waren zakenlieden. Drie jaar later volgde de officiële oprichting en de aankoop van een eigen locatie aan de Mariaplaats.

Attiek met halfronde bekroning (Arjan den Boer)

In 1872 verrees de grote sociëteitszaal in de enigszins gedateerde stijl van het neoclassicisme. De brede daklijst op de gepleisterde gevel is voorzien een attiek (versierde verhoging) met halfronde bekroning. Op de hoeken van de balustrade staan bolvormige pirons met punten, een soort pieken. Sommige ornamenten zijn in barokstijl, wat het geheel een eclectisch tintje geeft. De vensters hebben een geblokte omlijsting en aan de straatzijde springt een driehoekige erker iets naar buiten. Tegen de lange zijkant aan stond een grote houten veranda met beschut terras, bereikbaar via hoge openslaande deuren.

Balustrade met piron (Arjan den Boer)

De architect van de sociëteitszaal is onbekend, maar het kan heel goed de Utrechter Nicolaas Kamperdijk zijn geweest. Hij werkte in deze periode nog in neoclassicistische stijl en ontwierp enkele jaren eerder ook Sociëteit De Vriendschap (Pollman’s Huis). Hoewel meer rechthoekig van vorm, zijn er verschillende stijlovereenkomsten met dit sociëteitsgebouw. Kamperdijk was ook verantwoordelijk voor Maliebaan 40 (later Aartsbisschoppelijk Paleis) dat eenzelfde soort erker heeft als De Vereeniging.

Ansichtkaart, circa 1915 (Het Utrechts Archief)

Al snel werd de sociëteitszaal ook een algemeen toegankelijk café-restaurant, waar regelmatig concerten en bijeenkomsten plaatsvonden. Had de sociëteit aanvankelijk nog slechts een inwonende kastelein in dienst, rond 1895 was het een echt café-restaurant van Dirk Schoonenberg, die het kennelijk pachtte. Een reclamekaart uit die periode vermeldt ‘Plat du Jour van 12 tot 2 ure’ en dat er biljarttafels van Toulet aanwezig waren. Daarna werd de zaak gedreven door Christiaan Bus (zijn broer Willem runde sociëteit Buitenlust aan de Maliebaan). In 1910 was ‘te huur met recht van koop het vanouds bekende café-restaurant De Vereneeniging’. Getuige een ansichtkaart droeg de horecagelegenheid ten tijde van de Eerste Wereldoorlog de naam Restaurant Neutraal.

Café-restaurant De Vereeniging, circa 1910 (Het Utrechts Archief)

Foto’s laten zien dat er begin 20e eeuw Paulanerbrau uit München werd geschonken en Van Houten’s Cacao, en dat er een grote leestafel met kranten in het midden stond. Inmiddels was er een ingang aan de voorkant gemaakt, rechts van de erker. We kunnen aannemen dat het café-restaurant op maandagavonden gesloten was voor de herenmaaltijd van de sociëteitsleden, zoals die daar nog altijd wordt gehouden. Door verschillende verbouwingen verloor de sociëteitszaal in de loop van de 20e eeuw veel van de oorspronkelijke decoraties. Rijk gedecoreerde balken maakten plaats voor een soort systeemplafond.

Sociëteit De Antieke, eind 20e eeuw (bron: De Vereeniging)

Antiek en kegelbanen

Ook in het oude hoofdhuis waren eind 19e eeuw aanpassingen gedaan voor de sociëteit. De eerste verdieping kreeg betimmeringen en een grote schouw in neorenaissancestijl. De oude balken werden voorzien van consoles in diezelfde stijl. Op de begane grond van de achtervleugel plaatste men een 17e-eeuwse haardpartij van elders. In deze ruimte, tegenwoordig de Utrecht-zaal geheten, kwam gedurende de 20e eeuw Sociëteit De Antieke bijeen, een van de nevengebruikers van het pand. Omdat elk nieuw lid een stuk antiek moest inbrengen, werd de zaal een soort rariteitenkabinet. In 2004 is De Antieke verhuisd naar het Sint Eloyen Gasthuis aan de nabije Boterstraat. In de loop van de vorige eeuw zijn — deels uit geldgebrek, deels uit verbondenheid — ruimtes in het complex verhuurd geweest aan andere sociëteiten, een bridgeclub, de Rotary en zelfs een judoschool. Het schijnt dat Anton Geesink het judoën nog heeft geleerd bij deze E.U.J.J.S.

De kegelbaan rond 1910 (Het Utrechts Archief)

Waarschijnlijk vanaf het begin beschikte De Vereeniging over een kegelbaan op het achterterrein. In 1888 vond er namelijk al een nationale kegelwedstrijd plaats. In 1901 werd een tweede kegelbaan toegevoegd en zes jaar later ging de eigen kegelclub Columbusbus op in de Utrechtsche Kegelbond, die de Vereeniging als vaste baan gebruikte. Langzaamaan raakte het hele achterterrein volgebouwd: in 1916 was er sprake van vijf teakhouten banen, in 1934 van zeven. Enkele jaren eerder was de Utrechtsche Dames Kegelclub T.O.V. (Tot Onderling Vermaak) opgericht. Net als in het café-restaurant waren vrouwen dus welkom om te kegelen, terwijl de eigenlijke sociëteit alleen mannen toeliet als lid. De kegelbanen — met bijbehorende bar — bleven nog tot 2004 in gebruik.

De kegelbaan rond 2000 (bron: De Vereeniging)

Restauratie en toekomst

Door geldgebrek was er eind 20e eeuw sprake van achterstallig onderhoud. Met rijkssubsidie kon er tussen 1994 en 1999 een hoognodige restauratie plaatsvinden van het hoofdhuis en de sociëteitszaal. Daarbij werd de halfronde bekroning van de attiek bovenop de zaal teruggebracht, evenals de pirons. Ook de hoge houten veranda langs de zijkant is toen gereconstrueerd. Al deze elementen waren al minstens een halve eeuw verdwenen, waardoor het pand nogal mistroostig oogde.

Veranda, teruggebracht in 1999 (Arjan den Boer)

Na de restauratie voerde De Vereeniging het principe van een horeca-pachter weer in. Aanvankelijk werd dit het restaurant De Heeren van Utrecht, dat een nieuw interieur liet plaatsen in de inmiddels kale sociëteitszaal. Die pompeuze bar- en wandconstructie met veel bruin hout lijkt misschien historisch, maar is bij nadere beschouwing kitsch. Deze inrichting heeft 1 miljoen gulden gekost, gefinancierd door bierbrouwer Heineken. Naast problemen met de vergunning liep het restaurant al snel een huurachterstand op, die eindigde in een faillissement. In 2005 werd Mammoni de nieuwe pachter, die zich vooral richtte op bruiloften en zaalverhuur. Mede door de coronacrisis is Mammoni onlangs gestopt.

Pompeus barinterieur uit 2000 (Arjan den Boer)

De Vereeniging heeft nu overeenkomst bereikt met twee nieuwe partijen: met Oud London voor een publiek toegankelijk restaurant in de sociëteitszaal en met De Stadstuin voor werkplekken en zaaltjes in het hoofdhuis. De Stadstuin gaat er binnenkort al van start, het restaurant volgt rond de jaarwisseling. Het krijgt een nieuw, lichter interieur en er komt een ingang direct aan de Mariaplaats (rechts van de erker, waar die vroeger ook heeft gezeten). Door deze ingreep zal de Vereeniging een minder gesloten uitstraling krijgen.

Nieuwe clubzaal met daarachter binnentuin en poort (Arjan den Boer)

Deze ontwikkelingen sluiten aan bij andere vernieuwingen die De Vereeniging de afgelopen jaren heeft ondergaan. De bouwvallig geworden 20e-eeuwse aanbouwsels op het achterterrein zijn in 2015 gesloopt. Ze hebben plaatsgemaakt voor een eigentijdse zaal met een groen dak en voor een binnentuin achter de poort aan het Achter Clarenburg. In de nieuwe clubzaal komen de sociëteitsleden op gezette tijden ongedwongen bijeen, naast de formele diners en bijeenkomsten met interessante sprekers.

De bedoeling is dat de sociëteit in de toekomst dagelijks geopend zal zijn, mede mogelijk gemaakt door de nieuwe partners. Zo komt er meer leven in het besloten ogende gebouw. Dat moet zich dan ook vertalen in een groei van het ledental, dat nu op ongeveer 300 ligt (gemiddelde leeftijd: 58). De discussie of ook vrouwen lid moeten kunnen worden van De Vereeniging zal bij het 150-jarig bestaan in 2022 ongetwijfeld weer worden gevoerd.

Sociëteit De Vereeniging doet op 11 september 2021 mee aan Open Monumentendag Utrecht en is dan opengesteld van 10-17 uur.

Arjan den Boer

Arjan den Boer

Arjan den Boer is publicist over geschiedenis, design, monumenten en architectuur. Voor DUIC schrijft hij dit jaar over verdwenen villa's in Utrecht.

Profiel

5 Reacties

Reageren
  1. Michiel Bilderbeek

    Mooi artikel met een gedegen uiteenzetting van de historie van de Sociëteit!

  2. Rob

    Arjan de Boer zoals we hem kennen; deskundig op detail, maar met ruime aandacht voor maatschappelijke kanten.
    Sociëteit Neutraal…ik zie wel kansen: waar alle Utrechtse politieke en maatschappelijke meningsverschillen in respectvolle debatten in compromissen worden geperst! Wanneer gaan we ooen?

  3. Herman

    Heerlijk verhaal om te lezen.
    Heb er nog studentenfeesten meegemaakt ergens eind jaren 80.
    Die naam restaurant “neutraal” tijdens WO 1!
    Die past zo tussen de hedendaagse naamgeverij van horeca, niets nieuws aan dus…..

  4. Ton Hooft

    Opnieuw een schitterende inkijk in weer een boeiend pand Arjan, dank!

  5. Johan Le Fèvre

    Hier kon je tot eind jaren ’90 / begin jaren ’00 bridgen met de Utrechtse Bridgeclub UBC en met Joop achter de bar. Later kwam barman Thijs, van Brasserie het Wed, die op zijn eerste avond na het opnemen van alle bestellingen tot zijn grote ontsteltenis merkte dat iedereen aan een andere tafel was gaan zitten, want zo gaat dat bij een nieuwe bridge-ronde!

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).