De Woolloomooloo: “Tuurlijk gebeuren hier dingen, we zijn geen kerk” | De Utrechtse Internet Courant De Woolloomooloo: “Tuurlijk gebeuren hier dingen, we zijn geen kerk” | De Utrechtse Internet Courant

De Woolloomooloo: “Tuurlijk gebeuren hier dingen, we zijn geen kerk”

De Woolloomooloo: “Tuurlijk gebeuren hier dingen, we zijn geen kerk”
Een feest in de Woolloomooloo
De Woolloomooloo, de Woo, Hare Majesteits Eerste Discobar: allemaal namen voor de grootste studentendiscotheek van Nederland. Sinds 1970 zit die aan het Janskerkhof achter het ‘Gele Kasteel’, de sociëteit van het Utrechtsch Studenten Corps (U.S.C.). De leden van het corps zorgen in ‘de Woo’ al jaren voor vertier en het goedkoopste bier.

De Woolloomooloo, de Woo, Hare Majesteits Eerste Discobar: allemaal namen voor de grootste studentendiscotheek van Nederland. Sinds 1970 zit die aan het Janskerkhof achter het ‘Gele Kasteel’, de sociëteit van het Utrechtsch Studenten Corps (U.S.C.). De leden van het corps zorgen in ‘de Woo’ al jaren voor vertier en het goedkoopste bier.

Menig student zal zich in Utrecht (vaag) een avond in de Woo herinneren. Als de meeste kroegen in Utrecht hun deuren sluiten, trekken studenten die er nog geen genoeg van hebben naar de Woo. Eerst langs Fred bij de deur, of (inmiddels) Richard, om vervolgens de laatste uren van de nacht te dansen en zweten op bekende hitjes. Het bier, Heineken voor 1,25 euro, is alleen te krijgen met muntjes. Bij de automaat is het altijd hopen dat het ding raar doet en te veel munten geeft. En steeds vaker komt het voor dat je briefgeld niet plat genoeg is en je die als een gek moet platwrijven om te zorgen dat de automaat het aanneemt.

Het U.S.C. zorgt voor het reilen en zeilen van de discotheek. Petit Comité heeft er de leiding, daarin zitten vier jongens die het een jaar lang voor het zeggen hebben. Zij zorgen voor onderhoud, drank en de feesten. Het handelsmerk van de Woo is hun 24-uursvergunning (lees: geen sluitingstijd): “We blijven open zolang het gezellig is, er is geen grens”, zegt portier Richard. “Dat is vaak rond vijf uur, maar het kan ook zeven uur worden.” Fred Prang werd in 1973 aangesteld als ‘Officieel Portier der Woolloomoolo’, de portier die onlosmakelijk verbonden was (en eigenlijk nog steeds is) met de discotheek. Meer dan dertig jaar was Fred degene die studenten verwelkomde, of hen juist de deur wees. Een legende, die in 2010 plaats maakte voor Richard Schoch, die al sinds 1992 regelmatig bij de deur stond.

Portier Richard in zijn beginjaren.

De Woo staat bekend als een van de veiligste uitgaansgelegenheden in Utrecht. Deels dankzij de brede mannen bij de deur. Richard: “Daar gebeurt het belangrijkste. De keuze: wie laat je binnen? Als je een goede shifting maakt, houd je problemen buiten de deur.” Hij weet wat er thuishoort in de zaak. “Studenten. Van het HBO of WO, mét collegekaart.” Het pasjessysteem, dat ooit nationale aandacht trok omdat vrouwen zonder pasje naar binnen mochten, is afgeschaft. Een collegekaart met een identiteitsbewijs is nu voldoende voor Richard. De studenten die er komen zijn slim en gezellig, zegt hij. “De studenten hebben van huis uit meegekregen wat normen en waarden zijn.” Zo kan hij nog met ze converseren en ze uitleggen waarom de één wel en de ander niet naar binnen mag. “Je mag best een bakkie ophebben, maar als je niet meer kunt lopen, moet je buiten blijven.”

Ons kent ons

De meeste clubs doen het periodiek goed; het ene moment zijn ze in, en later weer uit. Bij de Woo is dat anders, ieder jaar komt er een nieuwe lichting studenten in de stad en is de discotheek opnieuw in trek. “Studenten komen vooral de eerste twee jaar van hun studie, als ze het allemaal niet zo nauw nemen met punten halen”, vertelt Richard. De studenten kennen Richard en Richard kent de studenten. “Ik ben close met ze, zo’n zeventig procent herken ik van gezicht. Dat zijn er duizenden. Alle heren die ik ken, geef ik een hand en de dames geven me een wangkus. Als ik een dame een tijd niet hebt gezien, komt ze even om mijn nek hangen. Dat is gewoon leuk: ons kent ons.”

woolloomooloo
Portier Richard voor de Woo. Foto: Robert Oosterbroek / DUIC

Op maandagavond is het tijd voor ‘Kittige Katjes’, het feest van de dames ernaast. Elke week organiseert een andere jaarclub van het U.V.S.V. dit feest, met uiteenlopende thema’s als zeemeerminnen en paaldanseressen. Waar vrouwen zijn, zijn mannen – dus op dat feest is de Woo altijd vol. Als je daarna niet alleen naar huis wilt, ga je op de Apenrots staan. Of die ‘rots’ echt werkt, weet Richard niet, wel weet hij dat het vaak gezellig is binnen. Je mag niet gek opkijken als je een bak water over je heen krijgt wanneer je met je rug naar de bar staat te zoenen. Want de mores van de bar, hoe gezellig het ook is, mag je nooit vergeten. Als Richard een dame en heer verstrengeld de deur uit ziet stappen, weet hij dat ze niet samen een broodje gaan eten bij het eethuis verderop. En diezelfde dame kan hij gerust nog een paar keer die week met andere heren de Woo uit zien stappen. “Tuurlijk gebeuren hier dingen, we zijn geen kerk.”

Er zijn studenten die wel vier of vijf avonden per week in de Woo te vinden zijn. Op de gang komt Richard een jongen uit het Petit Comité tegen, hij schudt hartelijk zijn hand. “Ben je er vanavond weer?”, vraagt Richard. “Nee sorry man, denk het niet”, zegt de jongen, “ik moet ook een keer slapen, hè.” Richard gelooft het niet, waarop de jongen zegt: “Nou, vooruit. Eventjes dan.” Richard vindt de ongedwongen sfeer typerend voor de Woo. “Het is altijd gezellig, het bier is goedkoop en we zijn tot laat open. Studenten voelen zich hier thuis.”

Dit artikel verscheen eerder in de DUIC Krant die vanaf deze week weer overal verkrijgbaar is. 

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).