De Natuur en Milieufederatie Utrecht (NMU) maakt zich zorgen over de toenemende hitte in de stad, het zogenoemde Stedelijke Hitte Eilanden effect. In steden is het tijdens een warme periode in de zomer vaak warmer dan op het omliggende platteland. Vooral ’s nachts blijft de hitte langer hangen. De stad ontwikkelt zich dan tot een soort hitte eiland. Door de klimaatveranderingen wordt dit warmteprobleem groter. Deze zomer meten vrijwilligers de warmte in en rond hun huis. 

De NMU, het Milieucentrum Utrecht en het IVN- Consulentschap Utrecht vinden het belangrijk dat mensen zich bewust worden van de invloed van groen of juist steen, beton dan wel asfalt op hun eigen leefomgeving. Een terras met alleen stenen is in de zomer veel warmer dan een tuintje met gras en struiken en bomen. In de zomer van 2010 bleek uit reacties van respondenten van de Groene Peiler, de online enquête van de NMU), dat veel mensen zich zorgen maken over de toenemende hitte in de stad. Vorig jaar begon NMU daarom met onderzoek naar het Stedelijke Hitte Eilanden effect. In de zomer van 2011 zou de temperatuur in Utrecht, Amersfoort, Veenendaal en Nieuwegein tijdens een warme periode worden gemeten. Omdat een warme periode zich toen niet heeft voorgedaan, probeert de organisatie het dit jaar opnieuw. De metingen in de steden worden door bewoners verricht. Gewoon thuis, in de eigen woon- of slaapkamer en op het balkon of in de tuin. Zo`n tweehonderd vrijwilligers krijgen hiervoor een thermometer thuisgestuurd en zij noteren drie keer per dag hun ervaringen tijdens een aaneengesloten warme periode. 

Naast het belevingsonderzoek wordt ook feitelijk gemeten. Op acht locaties in Utrecht en Amersfoort zijn weerstations geïnstalleerd die sinds de zomer van 2011 de temperatuur meten in verschillende typen wijken. Het gaat dan om verschil in hoogte van bebouwing, in bebouwingsdichtheid, en in aanwezigheid van groen en water. Ook gaat de Universiteit Wageningen officiële metingen in Utrecht uitvoeren met een meetinstallatie op een bakfiets, die over een etmaal verdeeld meerdere rondjes door de stad meet. De resultaten van de metingen worden geanalyseerd en de heetste locaties in de vier gemeenten in kaart gebracht. Op deze locaties gaat NMU bekijken welke maatregelen genomen kunnen worden, bijvoorbeeld de aanleg van geveltuintjes, waterpartijen of bomengroepen. 

Over het Stedelijke Hitte Eiland effect is nog niet zoveel bekend bij gemeenten en provincie. In juni wil NMU daarom een excursie organiseren voor beleidsmedewerkers (en voor bewoners!) die meer willen weten over stedelijke hitte en wat voor maatregelen je kan nemen om hitte in de stad te verminderen. Vragen of belangstelling voor de excursie? Neem dan contact op met Pine Berg via p.berg@nmu.nl.