Dichters van de stad: Fred Penninga en de Bieb | De Utrechtse Internet Courant Dichters van de stad: Fred Penninga en de Bieb | De Utrechtse Internet Courant

Dichters van de stad: Fred Penninga en de Bieb

Dichters van de stad: Fred Penninga en de Bieb
Fred Penninga. Foto: Bas van Setten
Het Utrechts Stadsdichtersgilde werd in 2009 opgericht. Het gilde zet zich in voor de zichtbaarheid van dichtkunst in de stad. Bij DUIC vragen we een van de dichters zich voor te stellen en publiceren we een gedicht over de stad. Deze keer dichter, schrijver en uitgever Fred Penninga. Hij publiceerde drie romans en vijf dichtbundels. De zesde, getiteld Drijfveren ligt bij de drukker.

Het Utrechts Stadsdichtersgilde werd in 2009 opgericht. Het gilde zet zich in voor de zichtbaarheid van dichtkunst in de stad. Bij DUIC vragen we een van de dichters zich voor te stellen en publiceren we een gedicht over de stad. Deze keer dichter, schrijver en uitgever Fred Penninga. Hij publiceerde drie romans en vijf dichtbundels. De zesde, getiteld Drijfveren ligt bij de drukker.

Wat heb jij met de stad?

“Het is de stad waar ik nu al 32 jaar woon en werk. Waar ik de meeste ‘contacten en pleisterplaatsen’ heb, waar ik van harte en in volle overtuiging ben meegegroeid van ‘tamelijk provinciaal’ tot ‘aspirant metropool’. Utrecht is een stad, daar hou ik van. Utrechters kunnen me kennen van mijn wekelijkse stadsgedichten in het Stadsblad. Of van mijn stadsgedichten voor het online magazine Nieuws030.”

Hoe ben je begonnen met dichten?

“Als jongetje van 9 schreef ik op een middag plotseling een gedicht. Ik zag de regen tegen de ramen slaan en als tranen naar beneden rollen. Ik was er stil van en wist dat ik ooit schrijver zou worden.”

Wat typeert jouw gedichten?

“Klank en ritme, lang niet altijd rijmend maar bij liedteksten en poëzie in de Openbare Ruimte vind ik dat vaak wél nodig. Ik componeer nog wel eens een kwatrijn, of een sonnet en sinds vorig jaar een Maleisisch pantoum.”

Zijn je gedichten toegankelijk?

“Nou en of. In de flaptekst van mijn nieuwe bundel staat het ongeveer zo: De toegankelijkheid noemt de dichter zelf zijn ‘handelsmerk’ en daar heeft hij een punt. Geen woord Spaans. En zo is het.”

Het gedicht zou worden uitgesproken tijdens de opening van de Bibliotheek aan de Neude, maar dat werd uitgesteld door de coronacrisis. Uit de te verschijnen bundel Drijfveren.

PROOST!

Als de stad een bibliotheek zou zijn
dan waren al haar parken, pleinen
met uitbundig spuitende fonteinen
de doorgebogen planken poëzie

dan stonden ieder voorjaar de sonnetten
weer in bloei en kwamen in het najaar
de rondelen aan de takken rukken, waar
elk blad dan als een blok voor viel

en op terrassen in de zwoelste bries
dronk men uit kelken als kwatrijnen
de koelste bieren, roodste wijnen
op je gezondheid. . . en de mijne!

Fred Penninga
Het openingsgedicht uit de bundel Drijfveren.

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).