Het aantal mensen dat in 2010 vanuit de bijstand een baan vond was bijna 30.000 ofwel 9 procent van het totale aantal bijstandsgerechtigden. In 2007 lag dat percentage nog op 15 procent. Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) die gisteren bekend werden. In Utrecht vond slechts iets meer dan 6 procent van de bijstandsgerechtigden een baan. Bij de andere grote steden, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam, ging het om respectievelijk 8, 7 en 6 procent.

De kans op het vinden van werk vanuit de bijstand verschilt sterk per gemeente. De mate waarin bijstandsgerechtigden succesvol zijn bij het vinden van werk hangt slechts voor een deel samen met de inspanningen van gemeenten. Ook de vraag naar arbeid in de regio en de mate waarin de bijstandontvanger kansrijk is op de arbeidsmarkt spelen een rol. Heeft een gemeente relatief veel mensen die al lang in de bijstand zitten, dan zal de uitstroom naar werk doorgaans kleiner zijn. De kans op werk hangt sterk samen met de conjunctuur. In 2007 vond bijna 15 procent van alle bijstandsgerechtigden een baan. In 2008 en 2009 werden de gevolgen van de teruglopende economie zichtbaar en daalde het percentage naar respectievelijk 12 en 8 procent. In 2010 nam de kans om werk te vinden gemiddeld weer iets toe. Van de gemeenten met 100 duizend of meer inwoners scoorden Zoetermeer en Zaanstad bovengemiddeld met bijna 14 procent. In Utrecht en Amsterdam bleef het aandeel dat werk vond sterk achter.

Volgens het CBS hangt het percentage bijstandsgerechtigden dat betaald werk vindt, maar voor een deel samen met de inspanningen van de gemeenten. Het hangt ook af van de vraag naar arbeid in de regio. Bovendien is de uitstroom naar werk doorgaans kleiner als mensen al lang in de bijstand zitten.

Bron: www.beurs.nl