Wethouder Mirjam de Rijk (GroenLinks) moet onder druk van onder andere het CDA haar plannen voor koopzondagen voor levensmiddelenwinkels opnieuw onderbouwen. De plannen werden eind vorige week besproken in de commissie stad en ruimte van de Utrechtse gemeenteraad. Daarbij gaf de wethouder toe dat de juridische houdbaarheid van het voorstel onzeker is. De CDA, die al had aangegeven dat het de plannen niet zou steunen, geeft in een bericht op haar website aan blij te zijn met het uitstel.

CDA woordvoerder Sander van Waveren stelt: ‘De rommelige onderbouwing en niet nagekomen toezegging maken dat de wethouder het zo niet voor besluitvorming kan voorleggen. Utrecht heeft zich vijf jaar geleden met twee tegen één uitgesproken tegen meer koopzondagen. Die roep om balans tussen commercie en rust klinkt nog steeds in de stad en wordt door het college met voeten getreden.’ De Rijk zegde in maart toe om een representatieve steekproef onder de Utrechtse bewoners te houden, om te kijken of er voldoende ondersteuning voor het plan aanwezig was. De raadscommissie moest echter constateren, dat de wethouder haar beloftes niet is nagekomen. De wethouder doet een beroep op dezelfde twijfelachtige peiling van het bewonerspanel die als basis voor de collegeopstelling in maart diende, stelt de CDA. Ze wekt daarmee de indruk helemaal niet in de wensen van de Utrechtse bevolking geïnteresseerd te zijn. Ook het beloofde onderzoek onder winkelpersoneel heeft nooit plaatsgevonden.

Belangrijkste punt van kritiek bij de CDA is echter de koppeling met het toerisme in Utrecht. Wettelijk mag zondagsopening alleen als dat ten dienste staat aan het toerisme in de stad. Van Waveren: ‘Voor de bestaande zondagsopening in het museumkwartier is dat uit te leggen, maar in de supermarkten in de wijken zal geen toerist te vinden zijn. Het is een schijnredenering en wij verwachten dan ook dat de rechter een eventueel besluit zal vernietigen.’