Kort na de uitschakeling in het KNVB-Bekertoernooi verloor FC Utrecht afgelopen zaterdag de uitwedstrijd tegen NAC in Breda met 1-0. Het beslissende doelpunt, een kopbal van Kees Luijckx, viel in de eerste minuut van de blessuretijd. Utrecht moest vanaf de 44^e minuut met tien man verder na de tweede gele kaart voor Michael Zullo. Desondanks leek de ploeg van Erwin Koeman  met één punt te ontsnappen uit het Rat Verlegh Stadion.

De tweede competitienederlaag van het seizoen viel voor Utrecht onverwacht nadat de ploeg binnen de reguliere speeltijd de 0-0 wist te behouden. NAC begon fel aan de wedstrijd en creëerde diverse kansen, totdat de aanvalsdrift na de 22^e minuut stokte. Beide ploegen slaagden er echter niet in een opening te vinden. Alexander Gendt haalde, net als afgelopen woensdag tegen De Graafschap, het einde van de eerste helft niet. De blessure aan zijn enkel speelde opnieuw op. Kort voor rust incasseerde Michael Zullo een tweede gele kaart voor het vasthouden van Anthony Lurling en moest hij het veld verlaten.

Na rust maakte Tommy Oar plaats voor Dave Bulthuis. NAC slaagde er niet direct in het numerieke overwicht in kansen om te zetten. Aanvankelijk bleef het gevaar beperkt tot schoten uit de tweede lijn en spelhervattingen. Pas in de slotfase wankelde FC Utrecht, maar hield toch stand. Zo leek het doelpunt uit te blijven zaterdag. Maar die viel in de eerste minuut van de extra tijd dus toch nog.

Koeman toonde zich wederom teleurgesteld na afloop van de wedstrijd. “In balbezit hadden we moeite elkaar te vinden, terwijl daar wel ruimte voor was op het middenveld”, keek Koeman tijdens de persconferentie terug op de fase waarin FC Utrecht nog met elf man speelde. “Twee keer geel is rood, maar ik vond die tweede kaart zwaar bestraft”, oordeelde hij over de uitsluiting van Zullo. “Pas in de laatste fase kwamen we in de problemen. Extra zuur dat die tegentreffer dan toch nog valt.”

Volgende week zaterdag speelt FC Utrecht thuis tegen RKC Waalwijk.