De stedelijke Utrechtse huurdersorganisatie De Bundeling, is teleurgesteld over het onderdeel wonen in het regeerakkoord. Volgens de huurdersorganisatie is het regeerakkoord slecht voor Utrechtse huurders. Afhankelijk van de hoogte van het inkomen gaan de huurverhogingen variëren van 1,5 procent tot 6,5 procent boven de inflatie. En dat in een tijd dat veel mensen te maken krijgen met een dalend inkomen en stijgende lasten.

Daar komt nog bij dat deze extra inkomsten van de corporaties voor het grootste deel afgedragen moeten worden aan het Rijk door het verhogen van de verhuurdersheffing, meldt De Bundeling in een bericht op haar website. Dat betekent dat er nauwelijks meer ruimte komt voor investeringen in nieuwbouw, renovatie en isolatie. De marktwerking komt centraal te staan in het huurbeleid. Het woningwaarderingssysteem gaat verdwijnen en de maximale huur van een woning wordt gekoppeld aan de WOZ-waarde. De koopsector komt er volgens De Bundeling een stuk beter af. Weliswaar wordt de hypotheekrente een beetje beperkt, maar dat wordt gecompenseerd door een verlaging van de inkomstenbelasting. De Bundeling is voorstander van een model zoals dat onlangs is gepresenteerd in het plan Wonen 4.0. Daarin worden dezelfde maatstaven gehanteerd voor de huur- en koopsector. In dit regeerakkoord worden de lasten echter eenzijdig bij de huurders gelegd.

Wat volgens De Bundeling wel positief kan uitpakken is het voornemen om de corporaties veel meer aan te laten sturen door de gemeente. Het is voor huurdersorganisaties enorm moeilijk om wezenlijk invloed uit te oefenen op het beleid van de corporatie. Verzoeken van De Bundeling aan de corporaties om de streefhuren te matigen en geen schaarstepunten bij te tellen vonden geen gehoor. Door de gemeente een grotere vinger in de pap te geven wordt er hopelijk meer rekening gehouden met de huurdersbelangen. Ook kan het geen kwaad dat de salarissen van bestuurders van corporaties wat meer aan banden worden gelegd.