Wethouders Financiën van dertien grote gemeenten, waaronder Utrecht, hebben in een brief aan premier Mark Rutte gevraagd om een ‘substantiële’ uitbreiding van de lokale belastingen. Dat blijkt uit artikelen in NRC Handelsblad en de Volkskrant van afgelopen weekend. Om onenigheid met het Rijk over geld te voorkomen moet er bovendien een onpartijdig instituut komen dat als arbiter optreedt.

Voor gemeenten dreigen onverantwoorde financiële risico’s door de manier waarop het kabinet nu taken afschuift en bezuinigt. Gemeenten lopen daarbij grote risico’s doordat zij opgelegde bezuinigingen nauwelijks kunnen opvangen. Hun inkomsten lopen terug. Zo is de exploitatie van eigen grond door de ingestorte woningmarkt drooggevallen. Verder nemen zij activiteiten van taken van andere overheden over, waaronder jeugdzorg en sociale werkplaatsen, en krijgen zij bezuinigingen opgelegd. Er is weliswaar begrip voor de bezuinigingen en het  doorschuiven van taken, maar de gemeenten vinden dat het Rijk hen op een volwassen manier moet behandelen. Dat betekent onder andere, dat de gemeenten meer eigen belastingen moeten kunnen heffen. Te denken valt daarbij aan onder meer nieuwe ozb-heffingen of opcenten.

Er zijn al langer spanningen tussen de gemeenten en het huidige kabinet. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) verklaarde vorige week, dat het kabinet zich niet aan bepaalde afspraken houdt. Zo zouden gemeenten te weinig tijd krijgen op plannen te reageren en zou het kabinet verzuimen financiële consequenties voor de gemeenten aan te geven.