Er is een aantal ernstige gevallen van bodemverontreiniging geconstateerd op het defensieterrein in de Merwedekanaalzone. Ook kunnen er explosieven gevonden worden. Dat laat wethouder Kees Geldof weten in een brief aan de gemeenteraad. De gemeente wil het terrein kopen.

Op het defensieterrein moeten 600 woningen, waarvan 350 studentenwoningen en 250 eengezinswoningen, komen. Deze plannen kunnen nog wijzigen. Ook is een deel van het terrein nodig voor de aansluiting van het openbaar vervoer. Op 16 april 2014 is de koopovereenkomst tussen de Staat en de gemeente ondertekend onder het voorbehoud dat de gemeenteraad akkoord gaat met de aankoop. Dit voorstel wordt donderdag in de raad besproken.

In de koopovereenkomst is overeengekomen dat de gemeente Utrecht voor de aankoop van het defensieterrein een koopsom van € 11 miljoen betaalt. Daarnaast draagt de gemeente tot een bedrag van maximaal € 2,5 miljoen bij in de kosten van het slopen, het saneren en de verwijdering van explosieven.

Het terrein, dat zich achter Villa Jongerius strekt, moet gesaneerd worden omdat er ernstige gevallen van bodemverontreiniging aanwezig zijn. In het verleden is de bodem als gevolg van bedrijfsactiviteiten verontreinigd geraakt met voornamelijk brandstoffen.

Bombardementen

In een rapport van Royal Haskoning DHV over het terrein wordt dieper ingegaan op de mogelijke aanwezigheid van explosieven: “Tijdens de Tweede Wereldoorlog was in de Jongerius fabrieken een onderhoudswerkplaats van Duitse vliegtuigmotoren aanwezig. Het terrein is op 4 november 1944 door de geallieerden gebombardeerd. Een reconstructie van het bombardement geeft aanleiding tot het vermoeden dat er een aantal blindgangers zijn geweest.”

Wethouder Geldof laat verder in zijn brief aan de raad weten dat hij veel vragen kreeg over het vervolgtraject na aankoop en welke ontwikkelstrategie de gemeente heeft voor de planontwikkeling en bouw op het defensieterrein. Er zijn nog geen afspraken gemaakt met beoogd ontwikkelaar Bouwfonds over het vervolgtraject, laat hij weten. In een verkennend overleg is wel gesproken van woningbouw, dit is volgens de gemeente ook de meest voor de hand liggende invulling.