De registratie van gevonden of verloren voorwerpen ligt vanaf 1 juli volledig in handen van de Nederlandse gemeenten. Dat meldt binnenlandsbestuur.nl in een bericht op haar website. Volgens het Burgerlijk Wetboek waren gemeenten sinds jaar en dag al verantwoordelijk voor de registratie, maar werd de taak in veel gevallen door de politie uitgevoerd. Daar komt nu een einde aan. Voor Utrecht verandert er weinig.

Veel gemeenten zijn de afgelopen maanden bezig geweest met de voorbereidingen voor hun nieuwe taak. Zo zijn zowel fysieke als digitale loketten geopend en centrale opslaglocaties ingericht. Burgers kunnen ook terecht op de website verlorenofgevonden.nl. Daarop kunnen ze zowel gevonden als verloren spullen registreren. De website bestaat al sinds 2005 met slechts een handjevol aangesloten gemeenten. De afgelopen maanden ontstond een run op de site, volgens ontwikkelaar PerfectView, die meldt inmiddels 152 gemeenten te hebben aangesloten. Door nog eens 160 andere gemeenten zou een aanvraag zijn ingediend. Binnen Nederland is dit het eerste officiële grootschalige initiatief vanuit de overheid om te komen tot één centrale website, waarop verloren en gevonden voorwerpen openbaar worden gepubliceerd. Deze website is tot stand gekomen in samenwerking met alle gemeenten binnen de provincie Utrecht, de Politie Regio Utrecht en de gemeente Vlaardingen.

Minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie stuurde eind december een brief over de gevonden voorwerpen aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Opstelten vond voortzetting van deze taak door de politie onwenselijk. ‘Het gaat ten koste gaat van de capaciteit van de politie en het brengt kosten en administratieve lasten met zich mee.’ De gemeente Utrecht heeft al per januari 2008 de taken van de politie overgenomen en heeft op haar webiste een aparte pagina ingericht rond gevonden voorwerpen.