Vorige week maandag was ik onder de indruk van Joop Daalmeijer, voorzitter van de Raad van Cultuur. In Nieuwsuur vertelde hij bekwaam, redelijk en relativerend over zijn advies over de verdeling van culturele rijkssubsidies. Vooral hoe hij het besluit om het Rijksmuseum minder subsidie te geven rechtvaardigde, beviel me wel. Eigenlijk kwam het er op neer dat dit beroemdste museum van Nederland wel heel hautain met de subsidieaanvraag was omgegaan. En dit werd nu afgestraft.
Maar een paar dagen later vroeg ik me af wie er nu hautain was. Het Rijksmuseum, of de Raad van Cultuur. Die Raad kijkt naar de uitwerking van plannen, en niet naar de plannen zelf. En al helemaal niet naar wat bezoekers er van vinden. Hebben Daalmeijer en de andere leden het Rijksmuseum wel bezocht? In een paar dagen was mijn mening dus gedraaid. En dat kwam door een ander museum. Mijn favoriete museum. Het Geldmuseum. Dat als het aan dezelfde Raad van Cultuur ligt, helemaal geen subsidie meer krijgt en dus moet gaan sluiten.
Maandag had ik dat nieuws helemaal gemist. Maar een paar dagen later raakte de volgende tweet me diep: ‘#Geldmuseum verbijsterd over advies Raad van Cultuur. Hoezo sluiten? Het museum draait supergoed! Wij zijn verbijsterd!’ Vervolgens las ik in diverse media dat directeur Buijs van het Geldmuseum vooral verbijsterd is omdat het adviesrapport een gebrek aan kennis toont en vol zit met verkeerde aannames. Volgens de Raad van Cultuur zou het Geldmuseum bijvoorbeeld te weinig aandacht besteden aan kennis over munten, terwijl het museum net met onderzoek hierover is gestopt na advies van het ministerie. Vanwege onder meer dat onderzoek zou het Geldmuseum dan dichtmoeten.
Nou ja zeg. Dat kun je al die kinderen in Utrecht en daarbuiten toch niet aandoen. Net een paar dagen nadat het Geldmuseum is uitgeroepen tot kidsproof museum van de provincie Utrecht. Wat wil je met die gave interactieve spellen over geld, waarmee kinderen een geldbiljet met daarop hun eigen gezicht kunnen verdienen. Dat kun je bovendien hun ouders ook niet aandoen. Die rustig in het gezellige café wat kunnen drinken of iets in de leuke museumwinkel kunnen kopen. Waar anders vinden ze goudstaven voor zo weinig geld. Nou ja, het zijn natuurlijk geen echte, maar ze staan wel leuk op de salontafel. En maken toch wel het kind in de ouder los. Net op tijd om nog snel met hun kids wat van die leuke geldspelletjes mee te spelen.
En dat kun je óns niet aandoen. Het eerste museum dat ik met het Lombokkertje wil bezoeken is het Geldmuseum. Niet alleen omdat het veruit het dichtstbijzijnde museum is (zo’n100 metervan huis). Maar vooral vanwege die informatieve en interactieve spellen daar. Ik zie me al samen met de kleine dobbelspringen. Ik zie me al samen op de Gulden Middenweg kruipen, op zoek naar de hoofdjes van koningin Beatrix. En ik hoor me al vertellen over het trouwfeest dat zijn mamma en pappa er hebben gegeven. Daar kwamen de gasten binnen, helemaal onder de indruk van de locatie. Daar en daar genoten ze van het eten. Daar stond de ijskar van Venezia. Daar zong pappa een lalalalalaliefdesliedje voor mamma. En daar dansten ze samen.
Maar als de regering het advies van de Raad van Cultuur opvolgt, kan ik die plekken nooit laten zien. En blijft de deur gesloten voor de kleine. En voor alle andere Utrechters en verdaarbuiters. Daar moeten we toch iets tegen kunnen doen?
Het makkelijkste is natuurlijk om de Rijksmunt in te schakelen, dat zich immers in hetzelfde monumentale pand bevindt. Misschien kunnen ze stiekem wat extra munten slaan. Wellicht moet dat door de crisis sowieso gebeuren. Even een kwartiertje extra draaien, en als niemand kijkt gauw wat stapeltjes euro’s doorsluizen. Of guldens, als het helemaal fout gaat met de economie en we echt terug moeten naar de vorige eeuw. Ik hoop niet dat het zo ver komt. Maar is dat wel het geval, dan zal de chaos groot zijn. En zal het niet zo opvallen als een stapeltje nieuwe muntjes naar het Geldmuseum wordt geschoven.
Ik weet het, dit is te makkelijk. Dit kun je niet maken. En moeten we dus maar niet doen. Maar wellicht kan de crisis wel op een andere manier de redding van het museum worden. Ik zie al nieuwe interactieve tentoonstellingen voor me over de neergang van de euro, en het herbegin van de gulden. Maar ook als het niet zo ver komt met de crisis, kan een speciale tentoonstelling veel betekenen. Een tentoonstelling over het anders omgaan met geld bijvoorbeeld. Over bewuster uitgeven. Over de gevaren van lenen. Over de verdeling van geld in de wereld. Ja, met zo’n tentoonstelling heeft het Geldmuseum zeker in tijden als deze veel betekenis. En dan kan de regering het toch niet maken om dit museum te sluiten.
Maar wacht even, zo’n tentoonstelling bestaat al. Het Geldmuseum informeert al over de bijzaken van geld. En het maakt de kinderen al bewust van de negatieve kanten van biljetten en munten. Daarmee sluit het Geldmuseum dus juist heel goed aan op de huidige tijden. En is er zeker geen reden om dit museum te sluiten. Ja, nu kan de Raad van Cultuur wel tegenwerpen dat er nu eenmaal bezuinigd moet gaan worden. Maar dat wil niet zeggen dat het Geldmuseum helemaal geen subsidie moet krijgen. Met al dat subsidiegeld kan Daalmeijer ook anders omgaan. Hij kan het anders verdelen. Bewuster. Beter. Een bezoekje aan het Geldmuseum kan zijn ogen openen.
Ik zie Daalmeijer over een paar maanden al zitten, bij Nieuwsuur. Nederig vertelt hij dat hij het niet altijd bij het rechte eind had. Dat zijn Raad het geld nu eerlijker gaat verdelen. Dat het Rijksmuseum dus gewoon krijgt waarom het had gevraagd. En het Geldmuseum zelfs
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.