Het gerechtshof in Amsterdam heeft dinsdag geoordeeld dat zeven parodieën waarin Nijntje in verband wordt gebracht met drugs en terrorisme, zijn toegestaan. De Utrechtse tekenaar Dick Bruna, geestelijk vader van het stripkonijntje, was naar de rechter gestapt omdat hij zich stoorde aan zeven afbeeldingen met daarop zijn creatie.
Volgens het hof zijn de afbeeldingen, waarop Nijntje onder meer op het punt staat zich met een vliegtuig in een gebouw te boren, terwijl ze op een ander plaatje cocaïne snuift, “onmiskenbaar bedoeld voor het opwekken van de lachlust”. Al plaatste het direct een kanttekening: “lang niet iedereen zal de gewraakte afbeeldingen even grappig of gepast vinden”.
Toch vond het hof niet dat de parodieën een grens overschreden. Twee jaar geleden vond het hof nog dat twee van de zeven afbeeldingen niet door de beugel konden.
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.