De forensische polikliniek kindermishandeling van de Van der Hoeven Stichting voor gerechtelijke psychiatrie in Utrecht dreigt volgend jaar haar deuren te moeten sluiten. Dat blijkt uit een artikel van Edwin Kreulen op trouw.nl. De enige polikliniek in Nederland voor onderzoek naar kindermishandeling draait deels op een tijdelijke subsidie voor onderzoek in zaken die via politie of Justitie binnenkomen. Deze subsidie loopt eind dit jaar af.

De polikliniek kreeg, mede door het groeiende aantal meldingen van mogelijke mishandeling, fors meer zaken te verwerken: van 134 in 2010 tot 225 dit jaar. Ongeveer twee derde van het aantal zaken leidt tot bewijs voor mishandeling. De overige gevallen leiden juist tot ontlastend bewijs als bijvoorbeeld blijkt dat een verwonding ook kan zijn ontstaan door een ongeluk. Steeds minder zaken komen via Justitie binnen, maar via andere hulpverleners – zoals reguliere artsen, scholen en kinderopvang. Juist voor die zaken krijgt de polikliniek helemaal geen geld en daarom betaalt de Van der Hoevenstichting ze tot nu toe uit eigen zak. ‘Volgend jaar is dat niet langer houdbaar, zeker als de tijdelijke subsidie afloopt’, zegt arts Lonneke van Duurling. ‘Als er niets verandert, moeten wij onze deuren sluiten. Onbegrijpelijk in een tijd waarin iedereen, ook de politiek, de mond vol heeft van de bestrijding van kindermishandeling.’ Van Duurling hoopt van de overheid alsnog financiële steun te ontvangen.

Ook het Nederlands Forensisch Instituut (NFI), van oudsher de leverancier van gerechtelijk bewijs voor kindermishandeling, komt geld tekort. Het NFI betaalt sinds dit jaar de helft van de gespecialiseerde artsen uit eigen zak.