De gemeente Utrecht mag scooterrijders die overlast veroorzaken niet harder aanpakken. Dat blijkt uit een brief van minister Ivo Opstelten van Veiligheid en Justitie aan Utrechts burgemeester Aleid Wolfsen. Wolfsen wilde scooters na twee ernstige verkeersovertredingen afpakken, maar Opstelten dwarsboomt de gemeente bij de uitvoering van die plannen.

Opstelten stelt dat strafmaatregelen ‘proportioneel en zorgvuldig’ moeten zijn. Afpakken na twee overtredingen vindt hij derhalve te snel. Als een scooterrijder betrokken is bij een misdrijf, is het aan het Openbaar Ministerie (OM) om het afpakken van het voertuig als onderdeel van de straf op te leggen, aldus Opstelten in zijn brief. Opstelten geeft in zijn brief te kennen, net als Wolfsen voorstander te zijn van de harde aanpak van bestuurders die met opgevoerde scooters onveilige situaties veroorzaken. Wolfsen wilde echter een verscherping van de regels om scootercriminelen aan te pakken. ‘De minister verwijst naar bevoegdheden van de lokale driehoek (gemeente, politie en OM). Die mogelijkheden hebben we in Utrecht echter al allemaal gebruikt’, aldus Wolfsen. Zo heeft de Utrechtse politie al een regionaal scooterteam, dat optreedt bij delicten waarbij een scooter is gebruikt.

PvdA-Tweede Kamerlid Attje Kuiken is ontevreden met het antwoord van Opstelten en verwijt de minister ‘een veel te lakse houding tegenover scooteroverlast.’ Volgens Kuiken gaat het om een ernstig probleem waar meer steden mee kampen. Ze vindt dat de minister hiermee een verkeerd signaal afgeeft en wil dat het toch mogelijk wordt om scooters na twee verkeersovertredingen af te pakken. Ook is het volgens haar onduidelijk of het OM de scooter wel afpakt van scooterrijders die bij misdrijven zijn betrokken. Kuiken gaat in de Kamer vragen stellen over de zaak.