Journalist Dewie Oediet Doebé schrijft op DUIC over Utrechtse strafzaken. Vandaag haar eerste bijdrage.
Het gebeurde op een donderdagmiddag in november. Tweehoog in een flat in Kanaleneiland woonde de 73-jarige meneer Janssen, die slecht ter been was en daarvoor een rollator had. Zijn zoon was op bezoek. Bij het appartement van meneer Janssen hoort een parkeergarage. Daar staat zijn oldtimer in, waar hij graag aan sleutelt. Die middag kwam er om half twee een man in een groene Mitsubishi aanrijden, die zijn auto op de oprit van meneer Janssen parkeerde en de uitgang dus blokkeerde. Zoon Janssen sprak de bestuurder erop aan en – geen probleem – de auto werd iets verderop geparkeerd.
Toen riep de man naar zoon Janssen, hij wilde met hem praten. Dus loopt zoon naar de man toe, om te praten. Jij discrimineert me, zegt de man en schopt hem tegen zijn been. Maar daar blijft het niet bij. De 73-jarige vader komt erbij met zijn rollator en ook hem slaat hij. Met een autokrik, op zijn bovenbeen.
Vader en zoon Janssen zitten op de eerste rij van de rechtszaal. Zoon schudt zijn hoofd, zucht en kreunt. Zijn been trilt. De familie eist een schadevergoeding. Vader Janssen is door de klap nog slechter ter been en heeft een tweedehands scootmobiel aan moeten schaffen. In hun getuigenverklaring omschrijven vader en zoon Janssen de man als een man met krulletjeshaar. Dat heeft de verdachte in de rechtszaal niet, zijn haar is gemillimeterd. “Nee, maar kunt u nu van mij zeggen dat ik kort krullend haar heb?” zegt zoon Janssen verontwaardigd terwijl hij over zijn kaalgeschoren hoofd wrijft.”Dat kan je toch afscheren!”.
“Ik kan er met mijn hoofd niet bij”, zegt de officier van justitie. “Dat iemand een oude man, die al slecht ter been is, met een autokrik op zijn been slaat. En hárd slaat.” De verdachte, een alleenstaande vader van middelbare leeftijd, ontkent alles. Hij woont ook in Kanaleneiland en de auto is van hem, maar hij was die dag niet bij de parkeergarage van meneer Janssen. Ondanks dat zijn kenteken is gezien, door vader en zoon Janssen, maar ook door camerabeelden. De advocaat van de verdachte probeert er alles aan te doen zijn cliënt vrij te pleiten, maar de verdachte werkt niet echt mee.
“Wat doet u normaal gesproken op een dag?” vraagt hij aan zijn cliënt. – Ik breng mijn kinderen ‘s ochtends naar school en ga weer naar huis. “Maar dit gaat om half twee.” – Ehm.. Na een stilte: “U gaat toch ook naar de moskee? Kan het zijn dat u in de moskee was om half twee?” – Kan. De verdachte zegt vooral dat hij heel veel niet meer weet.
Hij weet niet meer waar hij was die dag in november, hij weet niet wat hij overdag zoal doet, hij weet niet meer of er een vrouw die dag naast hem zat in de auto en hij weet niet aan wie hij zijn auto uitleent. Zijn eerdere veroordeling van 24 maanden gevangenisstraf voor het dealen van heroïne weet hij ook niet meer. “Lijdt u aan geheugenverlies, meneer?” vraagt de rechter. Dat weet hij ook niet.
De rechter gelooft de verdachte niet en vindt het een onbegrijpelijke actie. Dat de verdachte wel of geen krulletjeshaar heeft – iets waar de advocaat van de verdachte in zijn eindpleidooi op blijft hameren – vindt hij niet opwegen tegen het andere bewijs en de verdere overeenkomst met het signalement. De rechter legt hem een werkstraf op van 120 uur, een schadevergoeding en een voorwaardelijke gevangenisstraf van een maand.
Wegens privacyredenen zijn alle namen gefingeerd.
5 Reacties
Reageren*Kanaleneiland!
Bananeneiland?
Wat een d66 rechter!
Deze bruut verdiend toch levenslang!
Was geert maar de alleenheerser dan was alles beter in dit land.
“De rechter eist…”
Tja, het is natuurlijk best moeilijk om al die mensen in toga uit elkaar te houden. 😉
Wat een beroerd geschreven artikel. We vliegen van verleden tijd, naar tegenwoordige tijd, naar verleden enz