Mijn oudste dochter kan er slecht tegen als ik haar aanspoor om naar oplossingen te zoeken wanneer zaken tegen zitten. ‘Niet lopen mauwen, maar nadenken over hoe het wel kan’, roep ik haar wel eens toe. Liever heeft ze dat ik even mee zwelg in haar gevoelens van onvrede over de tegenslagen van dat moment. Ik doe daar echter zelden aan mee. Sinds het begin van dit jaar meen ik ineens te begrijpen wat zij bedoelt.
Afgelopen week las ik in de nieuwjaarstoespraak van onze burgemeester Aleid Wolfsen, dat hij niet mee wil doen aan het ‘elkaar in de put praten’. Liever legt hij aan het begin van dit nieuwe jaar een positief accent. Twee dagen later was het Roel Robbertsen, de Utrechtse Commissaris van de Koningin, die zich in zijn nieuwjaartoespraak beklaagde over de Nederlandse klaagcultuur. Ja…lees die zin nog maar eens! ‘Hou op met mopperen! Denk positief’, was de strekking van zijn boodschap en hij besloot met een uitspraak van de zeventiende-eeuwse (en geenszins politiek geëngageerde) schrijver Brederode: ‘Ende despereert niet…’
Al in 2007, ruim vóór de financiële én economische crisis, deed het toenmalige KRO-discussieprogramma Parla onderzoek naar de klaagcultuur in Nederland. Daaruit bleek dat 76,6 procent van de Nederlanders het eens was met de stelling dat Nederland een klaagcultuur heeft. Klagen over werk stond destijds op nummer één, gevolgd door valse nichten op tv (ja echt!), tijdgebrek, hondenpoep en vandalisme. Verderop in de rij kwamen pas de euro, het openbaar vervoer, het gebrek aan fatsoen, het weer en het verkeer. Niets nieuws dus, die klaagcultuur.
Het voelt dan ook een beetje als volksverlakkerij als onze bestuurders plots gaan roepen dat het de klagers zijn die de boel naar beneden praten. Alsof zij de oorzaak zijn van misstanden op het werk door reorganisaties, overvolle bussen in de spits, gedigitaliseerde dienstverlening, winkelleegstand, voetbalrellen, prijsstijgingen in de zorg, inbraak in hun auto, een bouwproject van vijf jaar naast hun deur en ga zo maar door. Het zou onze bestuurders sieren als zij de tijd nemen om eens goed te luisteren naar waar de klagers over klagen en met al die klachten aan de gang zouden gaan om beleid te voeren waarover niet valt te klagen.
Hoewel ik mezelf had voorgenomen om voor het komende jaar geen enkel voornemen te maken ga ik daar na 6 dagen al op terugkomen. Ik neem me voor om wat vaker naar het geklaag van mijn dochter te luisteren om vervolgens met haar te kijken of er een oplossing is te vinden voor haar probleem. En is die oplossing er niet, dan weet ik zeker dat luisteren op zich al een heel eind heeft geholpen om haar gevoel van onvrede weg te nemen. Misschien moeten Wolfsen en Robbertsen zich dat ook eens voornemen, want… ‘wanneer de boeren niet meer klagen, nadert het einde der dagen!’
2 Reacties
ReagerenHelemaal mee eens. En mooie gezegd ook. Kijk op http://youtu.be/u5um8QWWRvo voor een leuk illustratie van je woorden. 🙂
Groeten
Leuk filmpje Camille…merci!