De tentoonstelling Utrecht fietsstad wordt vandaag om 16:00 uur geopend in Het Utrechts Archief. De tentoonstelling omvat 140 jaar fietscultuur. “Ik zie Hollande niet op de fiets hoor!”, aldus Hans Buiter, verenigingshistoricus van de ANWB.
Wethouder Lot van Hooijonk zal de tentoonstelling openen. In het kader van de opening is een fietsorkest aanwezig waar voornamelijk bellen een belangrijke rol zullen spelen. “Het doel van de tentoonstelling is te laten zien hoe fietsen ingeburgerd is in een bezigheid voor iedereen”, zegt Chantal Keijsper, directeur van het Utrechts Archief.
“Ik denk dat het een hit gaat worden”, aldus Buiter. “Ik verwacht een grote toeloop van Utrechters die zich herkennen in de geschiedenis van Utrecht als fietsstad. Tijdens de periode van de Tour verwacht ik ook toeristen. De expositie duurt tot eind oktober en om het na de Tour ook aantrekkelijk te maken, organiseren we publieksprogramma’s, zoals een tour op een hoge bi”, vertelt Keijsper.

De ANWB en het Utrechts Archief hebben elkaar toevallig gevonden voor deze tentoonstelling. “Ik wilde graag een tentoonstelling over fietsen en ik vond dit het geschikte moment met het oog op de Tourstart”, aldus verenigingshistoricus van de ANWB Hans Buiter. Hij vervolgt: “Het Utrechts Archief vind ik een mooie ruimte en daarom heb ik telefonisch contact opgenomen. Ik kreeg een lachende Erik Plomp van het Utrechts Archief aan de lijn, omdat zij toevallig onlangs hadden gesproken over een tentoonstelling over de fiets.” Op deze manier zijn de twee partijen de samenwerking aangegaan. De historische kennis wordt verzorgd door Hans Buiter, het beeld door het Utrechts Archief en de tentoongestelde fietsen zijn van de vereniging De Oude Fiets.
Utrecht als fietshoofdstad
Utrecht is de eerste stad in Nederland met een fietspad; deze lag aan de Maliebaan. Op dit pad hadden fietsers voorrang. In de jaren 30 was Utrecht een fietsstad en dat is nu niet anders. “Toentertijd stoorde men zich aan de fietsers en dat gebeurt nu ook”, zegt Buiter. “Andere landen zouden ook wel een fietscultuur willen, maar ik zie Hollande niet op de fiets hoor!”, lacht Buiter. “Wat veel mensen niet weten”, vervolgt hij, “is dat het succes van de fiets ook te danken is aan het succes van de treinen en de forensen die het gevolg daarvan zijn.”

Fietsen toen en nu
“Fietsen kunnen we niet wegdenken uit het straatbeeld van tegenwoordig”, vertelt Keijsper. Dat was vroeger wel anders legt Buiter uit: “Vroeger was de fiets een luxe object waar alleen jonge waaghalzen gebruik van maakten, terwijl ze door de stad flaneerden.” De jonge waaghalzen fietsten op grote bi’s, de fiets met het grote voorwiel. Deze fiets maakte vervolgens plaats voor de veiligheidsfiets, de fiets zoals we die nu ook kennen. De veiligheidsfiets bestond eerst uit hout, vervolgens uit smeedijzer, toen van staal en nu worden lichte fietsen van aluminium gemaakt of juist een elektrische. Voorheen werd de fiets gebruikt om te flaneren en dat veranderde naar het beroepsmatig gebruik van onder andere postbodes, artsen en tegenwoordig racet ook de fietskoerier door de stad. Op de vraag of fietsen ooit weer elitair zal worden, antwoordt Keijsper: “Er wordt tegenwoordig veel geld uitgegeven aan hele dure recreatiefietsen”. Buiter vult aan: “Mensen onderscheiden zich daarmee net als vroeger.” Keijsper sluit af: “Iedereen heeft een auto, maar niet iedereen heeft een porsche.”
Hier beelden van de tentoonstelling



geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.