De lokale fracties van de ChristenUnie en de SP hebben verbaasd gereageerd op de betrokkenheid van de gesubsidieerde organisaties Centrummanagement Utrecht en Toerisme Utrecht bij de onlangs gelanceerde actie ‘Harrie’. Recent kon Utrecht kennis maken met Harrie, de mascotte van de initiatiefnemers voor het burgerinitiatief ‘Utrecht wil elke zondag open’. Dat de twee gesubsidieerde organisaties mede initiatiefnemer zijn van de actie druist volgens ChristenUnie en SP in tegen de Algemene Subsidieverordening. 

De Algemene Subsidieverordening (ASV) stelt eisen aan de activiteiten die met subsidiegeld worden bekostigd. Zo mag het geld niet bijdragen aan activiteiten die politieke vorming beogen of feitelijk betreffen. Als het over winkeltijdenopening op zondag gaat, kan geconstateerd worden dat hier politieke verdeeldheid over bestaat, en dat er recent nog pittige discussies zijn gevoerd over uitbreiding van openingstijden voor levensmiddelenwinkels op zondag. Dat organisaties als Centrummanagement Utrecht en Toerisme Utrecht meedoen aan het burgerinitiatief lijkt dus in strijd te zijn met de ASV. Het college heeft aangegeven dat zij het burgerinitiatief ziet als een algemeen politieke opvatting en leest de subsidieverordening als een verbod op partijpolitieke vorming (dus je mag niet het standpunt van specifiek één partij voor het voetlicht brengen). De ChristenUnie vindt dat een wonderlijke redenatie en blijft haar twijfels houden bij de betrokkenheid van de twee organisaties en de inzet van gelden uit het Ondernemersfonds. 

De ChristenUnie begrijpt dat economisch zware tijden ook spannend zijn voor de ondernemers van onze stad, en dat zij zich inspannen om de negatieve gevolgen daarvan zo klein mogelijk te houden. Algehele zondagsopening is daarbij voor ons niet een gewenste oplossing. De ChristenUnie vindt dat het college stevig aan de slag moet om de lokale economie te versterken. Die inspanningen vinden we tot nu toe te mager. Het is treurig dat er bijvoorbeeld nog steeds geen detailhandelsnota is vastgesteld, wat het instrument voor gemeentelijk beleid zou moeten zijn.