Manon Uphoff: “De wereld die de schrijver schept, bestaat pas echt als de lezer daar ook wil zijn” | De Utrechtse Internet Courant Manon Uphoff: “De wereld die de schrijver schept, bestaat pas echt als de lezer daar ook wil zijn” | De Utrechtse Internet Courant

Manon Uphoff: “De wereld die de schrijver schept, bestaat pas echt als de lezer daar ook wil zijn”

Manon Uphoff: “De wereld die de schrijver schept, bestaat pas echt als de lezer daar ook wil zijn”

Utrecht huisvest grote dichters en schrijvers. DUIC’s eigen literatuurwetenschapper en leesfanaat Merel Blom gaat op zoek naar het verhaal achter deze woordenkunstenaars en gaat met hen in gesprek over hun schrijf- en leeservaring en hun beleving van de stad Utrecht. Om de week te lezen op DUIC.

Manon Uphoff 02

Schrijfster Manon Uphoff houdt van de verstilling in de stad maar schuwt het rauwe in haar verhalen niet. Ze werd geboren in Lombok en woont, na wat omzwervingen, nu alweer ruim twintig jaar in de binnenstad van Utrecht.

Uphoff houdt van het park tegenover haar huis. Daar gaat ze wel eens op een bankje zitten om naar haar eigen huis aan de overkant te kijken. De auteur lacht: “heel prettig is dat.” Hoewel Uphoff zich thuis voelt in de binnenstad heeft ze al vroeg geleerd overal te kunnen schrijven en werkt ze ook regelmatig in haar huis in Kroatië. “Het allermooiste is Utrecht in de wintermaanden of als het hoog zomer is, als de stad leegloopt en je zelfs de terrassen voor jezelf hebt. Dan is het één van de mooiste steden van de wereld,” vertelt ze. De schrijfster houdt van die verstilling in het oude centrum, de verborgen plekken in het Museumkwartier –  waar af en toe een verweesde toerist rondwandelt maar verder geen kip te zien is –  maar ook van de chaos en het rumoer in Lombok, waar ze is geboren.

Een bezeten lezer

“Zonder verhalen, in wat voor vorm dan ook, ben ik mezelf niet,” vertelt Uphoff in het café van het Louis Hartlooper Complex, waar ze graag zit. “In allereerste instantie ben ik een lezer. Ik begon rond mijn vijfde met lezen en ben er nooit mee opgehouden. Het schrijven is daar heel logisch mee verbonden.” In 1994 rondde ze voor het eerst een tekst af waarvan ze wist dat het klaar was. Een jaar later volgde haar eerste verhalenbundel, Begeerte. Uphoff bouwde een indrukwekkend oeuvre op – bestaande uit novelles, romans, scenario’s en verhalenbundels – waarvoor ze in 2002 de Utrechtse C.C.S. Crone-prijs won. Vorig jaar kreeg ze de Opzij Literatuurprijs voor de novelle De ochtend valt. Uphoff schrijft daarnaast over werk van collega-auteurs voor onder andere De Groene Amsterdammer en de NRC. Uphoff vertelt: “Ik kijk als een bezeten lezer naar ander werk en probeer dat ook bij mijn eigen verhalen te doen.” Ze wil een lans breken voor dat lezen en lezers mee geven hoe belangrijk zij zijn in de totstandkoming van goed werk. “Zij gaan een relatie aan met het boek, brengen daar eigen inzicht in, geven het een leven. De wereld die de schrijver heeft geschapen, bestaat pas echt als de lezer daar ook wil zijn.” De werelden die Uphoff zelf schept in haar boeken komen niet zonder slag of stoot tot stand. Ze ontleedt elke zin totdat ze er niets meer af kan halen of aan toe kan voegen. “Een verhaal begint met beelden die ik zelf nog niet kan plaatsen. Als ik een bulk aan materiaal heb, begint een verschrikkelijk gevecht waarbij ik als een supercriticus aan het onderzoeken sla. Niets komt zomaar de zeef door. Alles moet een plek verdienen in een tekst. Pas als ik iets niet omver kan trappen, mag het blijven.”

Geen bloemige verhalen

Schrijvers die betrokken zijn bij wat ze maken, laten veel van zichzelf zien. Dat kan kwetsbaar maken: soms heb ik het gevoel dat ik verantwoording af moet leggen omdat ik geen bloemige vrolijke verhalen schrijf,” vertelt Uphoff. Haar boeken schuwen het rauwe niet: dat wat we liever niet willen weten of van onszelf willen laten zien. Hoewel Uphoff niets heeft met de term autobiografisch, zijn er verhalen die wel degelijk porren in het persoonlijke. Soms spreken mensen haar daarop aan. De schrijver denkt dat het bedreigend en angstaanjagend kan zijn om met die heftigheid uit haar verhalen geconfronteerd te worden. “Soms denk ik wel dat men vrouwelijke auteurs minder makkelijk losknipt van hun werk dan mannelijke. Misschien is het idee dat vrouwen minder afstandelijk kunnen zijn.” Dan heft Uphoff haar handen laconiek op: “Maar leg maar eens aan mij uit waarom ik geen bloemige dingen schrijf, dat weet ik ook niet. Mensen denken blijkbaar dat je als schrijver meer keuze hebt, dat je op alle fronten de baas bent over je eigen werk. Qua vorm en stijl kun je inderdaad heel veel beslissingen nemen. Maar waar het werkelijk over gaat, dat is zoals het is.”

(Tekst Merel Blom)

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).