De Utrechtse gemeenteraad heeft gisteravond het armoedebeleid voor de komende vier jaar vastgesteld. Ondanks forse bezuinigingen van het Rijk, lukt het om het overgrote deel van het armoedebeleid overeind te houden. Met een wijzigingsvoorstel zorgde GroenLinks raadslid Heleen de Boer ervoor dat participatie niet als voorwaarde mag dienen om aanspraak te kunnen maken op armoederegelingen.
In het oorspronkelijke voorstel was participatie (of het meedoen in de samenleving) als voorwaarde gesteld om in aanmerking te komen voor bepaalde armoederegelingen, zoals vergoeding van de eigen bijdrage voor de Ziektekostenverzekering. GroenLinks heeft hier grote bezwaren tegen, zegt Heleen de Boer. ‘Daarom zijn we blij dat deze tegenprestatie, met het aannemen van ons amendement, uit de nota is geschrapt’. Ook vroeg de partij aandacht voor de inmiddels veelbesproken huishoudtoets en voor de 200 euro eigen bijdrage voor de geestelijke gezondheidszorg. ‘Wij steunen de opvatting van het college om niet alle landelijke bezuinigingen plaatselijk te willen repareren’ stelt De Boer. ‘Toch denkt GroenLinks dat voor de eigen bijdrage GGZ een uitzondering moet worden gemaakt. Anders krijgen we de kosten driedubbel terug op gebieden als daklozenopvang, zwerfjongeren en openbare orde en veiligheid.’ De partij steunde dan ook een motie hierover van de PvdA, die werd aangenomen
In het vastgestelde beleid wordt extra aandacht voor kinderen ingeruimd. ‘Het feit dat ouders een laag inkomen hebben mag niet de reden zijn waardoor kinderen buiten de boot vallen. Het Rijk normeert het inkomensbeleid op 110 procent van het sociaal minimum. Daar gaan we in Utrecht anders mee om’, volgens De Boer. ‘We houden hier vast aan 125 procent voor alle kindregelingen gerelateerd aan participatie. Alleen op die manier kun je ontwikkeling van kinderen ondersteunen en zo de overerfbaarheid van armoede een halt toeroepen.’
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.