Er bestaan nog steeds onduidelijkheden over de reiskostenvergoeding die wethouder van financiën, Mirjam de Rijk, kreeg. Zoals bekend ontving De Rijk een vergoeding voor de reizen naar haar gezin in Amsterdam. De VVD heeft vandaag besloten enkele vervolgvragen te stellen aan het college van B & W.

In 2011 werd landelijk besloten dat reiskosten voor woon-werkverkeer buiten de gemeentegrenzen niet meer zou worden vergoed voor bijvoorbeeld wethouders. Wethouder De Rijk (GroenLinks) declareerde desondanks 1400 euro aan eersteklas treinkaartjes. Eind april gaf ze aan dit toch terug te betalen.

Periode januari tot november

De VVD in Utrecht reageert positief op het terugbetalen van de wethouder, maar constateerde ook dat de reiskosten over de periode januari tot november 2011 niet zijn teruggegeven. Volgens de VVD woont wethouder De Rijk sinds januari 2011 in Utrecht en stelt daarom gerichte vragen aan het college waarom zij meent recht te hebben op de reiskostenvergoeding in die bewuste maanden.

“Geen aanleiding om aanspraak te maken”

Daarnaast vraagt de VVD zich af hoe de tekst in de toelichting, nadat bekend werd dat De Rijk één jaar ontheffing kreeg van de woonplaatsvereiste voor bestuurders, zich verhoudt tot de declaraties van de wethouder. “De wethouder heeft overigens aangegeven geen aanleiding te zien om aanspraak te maken op pensioenkostenvergoeding, of een andere vorm van vergoeding van dubbele woonlasten”, luidde de tekst van de gemeenteraad in 2010.

De woordvoerder van wethouder De Rijk laat ons weten dat de vragen van de VVD inmiddels achterhaald zijn. Mirjam de Rijk had al in een eerder stadium laten weten alles terug te betalen vanaf het moment dat zij in Utrecht woont. Deze mededeling was ons en kennelijk de VVD ook ontgaan.