Het fenomeen spookburgers vormt een toenemend probleem voor veel gemeenten. Per jaar raken ongeveer 65 duizend burgers kwijt die uit de gemeente zijn vertrokken zonder dat te melden en zich ook bij een andere gemeente niet inschrijven. Dat blijkt uit recent gepresenteerde cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Daarmee zijn er bijna twee keer zoveel spookburgers als eind jaren negentig.
De toename van het aantal spookburgers begon in 2002 en hangt, volgens het CBS, deels samen met de toename van de geregistreerde emigratie. Het gaat dan vooral om jonge mannelijke allochtonen. De helft van de bijna 550 duizend burgers die tussen 1999 en 2008 met onbekende bestemming is vertrokken dook binnen twee jaar weer ergens op. Een groot deel staat binnen een half jaar weer ergens in Nederland ingeschreven. Autochtone, mannen en 15 tot 24-jarigen keren het vaakst terug.
In een brief van 18 mei aan de gemeenteraad informeerden B en W de Utrechtse gemeenteraad over het fenomeen spookburgers. In de Gemeentelijke basisadministratie personen (GBA) van Utrecht blijkt het te gaan om 8.000 burgers met een VOW status (vertrokken onbekend waarheen). Dat is 2,76 procent van alle ingeschrevenen. Utrecht heeft een aparte unit die zich bezig houdt met adresonderzoek. Daarnaast zijn goede afspraken gemaakt met universiteiten en hogescholen in Utrecht waar het gaat om het in- en uitschrijven van buitenlandse studenten. Die twee elementen zouden, volgens b en W, hebben geleid tot het beperkte aantal spookburgers in vergelijking met de ander G4 steden.
1 Reactie
ReagerenJa, en wat is dan precies het probleem voor de gemeenten?
Overigens ben ik ontzettend blij dat zulke dingen nog mogelijk zijn. Er wordt al meer dan genoeg oneigenlijke controle uitgeoefend over de burger.