Met Stolpersteinen worden Utrechtse slachtoffers van Tweede Wereldoorlog niet vergeten | De Utrechtse Internet Courant Met Stolpersteinen worden Utrechtse slachtoffers van Tweede Wereldoorlog niet vergeten | De Utrechtse Internet Courant

Met Stolpersteinen worden Utrechtse slachtoffers van Tweede Wereldoorlog niet vergeten

Met Stolpersteinen worden Utrechtse slachtoffers van Tweede Wereldoorlog niet vergeten
Nieuwe Stolpersteinen worden geplaatst in 2018. Foto: Bas van Setten.
Tientallen mensen waren aanwezig bij het plaatsen van de nieuwe Stolpersteinen in Utrecht ter nagedachtenis aan slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Met het leggen van de acht nieuwe struikelstenen liggen er nu in totaal 21 in de stad. Stolpersteine zijn messing steentjes met namen van hen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd en vermoord. Ze worden ook wel struikelsteentjes genoemd en zijn bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Je struikelt erover op straat, met je hoofd en je hart.

Tientallen mensen waren aanwezig bij het plaatsen van de nieuwe Stolpersteinen in Utrecht ter nagedachtenis aan slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog. Met het leggen van de acht nieuwe struikelstenen liggen er nu in totaal 21 in de stad. Stolpersteine zijn messing steentjes met namen van hen die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn weggevoerd en vermoord. Ze worden ook wel struikelsteentjes genoemd en zijn bedacht door de Duitse kunstenaar Gunter Demnig. Je struikelt erover op straat, met je hoofd en je hart.

De kunstenaar Demnig brengt gedenktekens aan op het trottoir voor de vroegere woonhuizen van mensen die door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. In heel Europa liggen ondertussen tienduizenden Stolpersteinen. In 2007 werden in Borne voor het eerst struikelstenen in Nederland geplaatst. De eerste stenen in Utrecht zijn op 8 april 2010 geplaatst: één aan de Schoutenstraat en vijf voor het vroegere Centraal Israëlitisch Weeshuis aan de Nieuwegracht.

De acht nieuwe Stolpersteinen zijn 23 april in Oog in Al geplaatst op initiatief van Inge Eijsenga. De wijkbewoonster maakte drie jaar geleden het wijkportret Kinderen van Toen in de Wijk van Nu, een film over Oog in Al tijdens de Tweede Wereldoorlog. Tijdens de opnames sprak zij met vele wijkbewoners en stuitte op de hoeveelheid weggevoerde mensen en hun persoonlijke verhalen. De behoefte om de herinneringen levend te houden, maar ook om de niet vanzelfsprekendheid van vrijheid blijvend onder de aandacht te brengen, maakte mede dat zij tot het initiatief van Stolpersteine in Oog in Al kwam.

Schoutenstraat 12 – 1 Stolpersteine

Josephina Joosten-Groen
Utrecht, 30 maart 1908 – Auschwitz, 12 oktober 1942. Leeftijd: 34 jaar
Beroep: Winkeljuffrouw

Fien, zoals haar roepnaam luidde, had zware epilepsie en kon daardoor nooit alleen zijn. Eerst kreeg ze thuisonderwijs en daarna kwam ze in de zaak van haar ouders te werken. Het was een woninginrichtingszaak, aan Schoutenstraat 12. De vader van Fien overleed in 1937, en nog voor de oorlog werd de winkel gesloten. Ook voor de oorlog leerde ze een neef van haar zwager kennen, Albert Joosten. Ze huwde hem op 2 september 1942, nadat haar man speciaal verlof had gekregen om tijdelijk Westerbork te verlaten. Ze hadden nog tien dagen samen en zijn toen samen naar Westerbork vertrokken. Fien en Albert zijn op 9 oktober 1942 samen op transport naar Auschwitz gezet. Ze zijn allebei vergast.

Domstraat 5 – 2 Stolpersteinen

Catharina Helmina Koperberg
Weltevreden, 27 maart 1892 – Sobibor, 14 mei 1943. Leeftijd: 51 jaar
Beroep: bibliothecaresse van het KNMI

Een medewerkster van het KNMI heeft in 2016 onderzoek gedaan naar Kittie (haar roepnaam). Hij beschrijft haar leven, dat eerst in Nederlands-Indië afspeelt en later in Nederland. Ze studeert aan de Bijzondere Hogere Burgerschool aan de Plompetorengracht en daarna doet ze de studie Botanie en Zoölogie aan de Universiteit van Utrecht. Ze komt uiteindelijk in 1938 te werken bij het KNMI. Na twee jaar moet ze daar echter op last van de Duitsers weg. Joden mochten niet meer bij overheidsdiensten werken.

Ella Julie Koperberg
Weltevreden, 29 december 1897 – Sobibor, 14 mei 1943 – Leeftijd: 45 jaar
Beroep: Lerares Gemeentelijke Handelsdagschool

Elly is de zus van Kittie. Hun leven gaat voor een groot gedeelte samen op. Elly heeft ook in Utrecht gestudeerd. In 1942 besluiten de zussen onder te duiken. Ze vertrekken vanaf de Domstraat en vinden een onderduikadres in Epe. Ze werden echter gevonden door de nazi’s en via Westerbork naar Sobibor gestuurd.

 Maliesingel 36 – 2 Stolpersteinen

Martin Andries de Jong
Breda, 1 mei 1890 – Auschwitz, 19 oktober 1942. Leeftijd 52 jaar
Beroep: Arts

Martin studeerde geneeskunde in Utrecht, waar hij zijn artsexamen aflegde op 12 juli 1919. Hij woonde en praktiseerde aan de Maliesingel 36 in Utrecht.

Leendert Tinus de Jong
Utrecht, 25 juni 1919 – Auschwitz, 15 december 1942. Leeftijd: 23 jaar.
Student geneeskunde en lid van het Utrechtsch Studenten Corps. Zoon van Martin.

Vader en zoon zijn beiden door de Duitsers weggevoerd. Ze hielpen onderduikers. In 1942 werden er Joodse kinderen aangetroffen bij hun thuis. Later bleek dat ze verraden waren. Het is niet helemaal duidelijk geworden of de twee tezamen zijn weggevoerd of los van elkaar. 

Springweg 138b – 2 Stolpersteinen

Sara Elisabeth van Gelderen
Utrecht, 19 juni 1898 – Sobibor, 11 juni 1943. Leeftijd: 44 jaar

Theresia van Gelderen
Utrecht, 18 april 1897 – Sobibor, 11 juni 1943. Leeftijd: 46 jaar

Theresia en Sara Elisabeth woonden ten tijde van de oorlog samen met hun broer Mozes aan de Springweg. Hij overleed op 12 augustus 1942 plotseling – waardoor is niet bekend. Hij is 42 jaar geworden. Over dit verlies hebben zijn twee zussen, een bericht geplaatst in Het Joodsche Weekblad. Hij is dus niet gedeporteerd of omgebracht door de Duitsers, maar wel overleden tijdens de oorlog. Na het overlijden van Mozes woonden de twee zussen nog steeds op de Springweg. Ze waren beiden ongehuwd en ook nog steeds actief als werksters. De zussen stonden geregistreerd als Joden en hadden niet veel geld. Onderduiken was dus erg lastig. In 1943 werden ze dan ook op transport naar Westerbork gezet en daarna direct door naar Sobibor. Ze werden er meteen vergast.

Stadhouderslaan 51 – 3 Stolpersteinen

Julius Wolff
Nijmegen, 18 april 1882 – Bergen-Belsen, 8 februari 1945. Leeftijd: 62 jaar
Beroep: Hoogleraar

Betsy Wolff-Gersons
Tilburg, 12 juni 1889 – Bergen-Belsen, 9 maart 1945. Leeftijd: 55 jaar

Ernst Wolff
Groningen, 9 oktober 1919 – Bergen-Belsen, 3 maart 1945. Leeftijd: 25 jaar

Julius Wolff trouwde op 9 augustus 1911 in Tilburg met Betsy Gersons. Julius werd in 1922 hoogleraar in Utrecht, in dat jaar verhuist het gezin ook naar de Stadhouderslaan in Utrecht. Na de inval van de Duitsers wordt het leven voor de familie Wolff steeds zwaarder. Julius werd ook ontslagen bij de Universiteit Utrecht omdat hij Jood is. Het gezin wordt uiteindelijk in 1943 naar kamp Westerbork gebracht en in 1944 gedeporteerd naar Bergen-Belsen waar de gezinsleden in 1945 kort na elkaar omgebracht worden.

Nieuwegracht 92 – 5 Stolpersteinen

Bernard Salomon Themans
Oldenzaal, 5 april 1909 – Sobibor, 20 maart 1943. Leeftijd: 33 jaar
Beroep: Godsdienstleraar

Judik Themans-Simons
Den Haag, 20 augustus 1904 – Sobibor, 20 maart 1943. Leeftijd: 38 jaar

Sonja Themans
Utrecht, 9 maart 1938 – Sobibor, 20 maart 1943. Leeftijd: 5 jaar
Dochter van Bernard en Judik

Leon Themans
Utrecht, 28 februari 1940 – Sobibor, 20 maart 1943. Leeftijd: 3 jaar.

Ongeveer 70 kinderen en hun 10 verzorgers

Een steen voor de hele groep

Bernard Salomon Themans was getrouwd met Judik Simons. Ze trouwden op 1 mei 1935 en woonden in het Centraal Israëlitisch Weeshuis in Utrecht, waar ze ‘vader en moeder’ van de weeskinderen en natuurlijk hun eigen kinderen waren. Het Centraal Israëlitisch Weeshuis aan de Nieuwegracht was een landelijk weeshuis voor Joodse kinderen vanaf zes jaar. In oktober 1942 deporteerden de Duitsers alle kinderen en het voltallig weeshuispersoneel.

De nieuwe Stolpersteinen in Utrecht

Franz Schubertstraat 37 – 1 Stolpersteine

Klaas Postma
Meppel, 25 december 1904 – Waalsdorpervlakte, 29 februari 1944
Verzetsstrijder

Postma was de oprichter van verzetsgroep Oranje Vrijbuiters. De verzetsgroep werd begin 1941 opgericht en had het hoofdkwartier aan de Nieuwegracht. Postma had onderduikers in huis, hij verzamelde wapens en heeft een knokploeg opgericht. De groep werd uiteindelijk verraden en gefusilleerd. Na de oorlog is hij herbegraven in Tolsteeg.

Franz Schubertstraat 85 – 2 Stolpersteinen

Alie Courlander Norden
Groningen, 7 september 1874 – Auschwitz, 11 december 1942. Leeftijd: 68 jaar

Hartog Courlander
Amsterdam, 23 oktober 1875 – Auschwitz, 11 december 1942. Leeftijd: 67 jaar
Beroep: Gepensioneerd ambtenaar Staatsspoor

Hier woonde Hartog Courlander en Alie Courlander-Norden. Een echtpaar, dat van dit adres werd weggevoerd, op transport werd gesteld en in Auschwitz werd vermoord. Hartog werkte als controleur bij de Nederlandse Spoorwegen en hertrouwde met Alie Courlander-Norden nadat zijn eerste vrouw kwam te overlijden. De kinderen uit zijn eerste huwelijk overlijden al op jonge leeftijd, nog voor de oorlog begint. Op een dochter na. Ook zij werd tijdens de oorlog weggevoerd en vermoord.

Petrarcalaan 59 – 5 Stolpersteinen

Rudolf Werner Breslauer
Leipzig, 4 juli 1903 – Midden-Europa, 28 februari 1945. Leeftijd: 41 jaar
Beroep: Reproduktietechnicus

Bella Breslauer Weihsmann
Leipzig, 25 maart 1907 – Auschwitz, 21 oktober 1944. Leeftijd: 37 jaar

Stefan Breslauer

Leipzig, 3 maart 1931 – Auschwitz, 21 oktober 1944. Leeftijd: 13 jaar

Max Michael Breslauer
Leipzig, 15 maart 1936 – Auschwitz, 21 oktober 1944. Leeftijd: 8 jaar

Ursula Breslauer
Leipzig, 16 maart 1928
Overleefde de oorlog en leeft nu onder een andere naam in Israël

Werner Rudolf Breslauer was fotograaf en lithograaf en getrouwd met Bella Weihsmann. Het echtpaar had drie kinderen: Stefan, Max Michael en Ursula. Ursula overleefde de oorlog. Het gezin woonde oorspronkelijk in Leipzig, maar vluchtte in 1938 naar Nederland. Ze vestigden zich in Leiden, waar Werner ging werken bij een drukkerij. In de zomer van 1940 moesten niet-Nederlandse joden Leiden verlaten omdat de stad te dicht bij zee lag. Het gezin Breslauer verhuisde toen eerst naar een pension in Alphen aan de Rijn en vertrok korte later naar Utrecht. Uiteindelijk zijn ze via Westerbork op transport gesteld naar Theresienstadt en vandaar naar Auschwitz.

Bovenstaande informatie komt uit verschillende bronnen, voornamelijk uit het digitale Joods Monument. Daarnaast is de informatie over de zussen Van Gelderen afkomstig van twee voormalige leerlingen van het Bonifatiuscollege, die de betreffende Stolpersteinen hadden aangevraagd. Een medewerker van het KNMI heeft ook onderzoek gedaan naar de zusjes Koperberg, ook daar is informatie uit gehaald.

7 Reacties

Reageren
  1. Zonnewende

    Ik vind ze mooi! En sta er vaak even bij stil…

  2. Corry

    Zullen we gewoon struikelstenen zeggen?

  3. Gerard Brugmans

    Het is inderdaad een prachtig project, en het lijkt me om meedere redenen zeer relevant dat de naam die duitse kunstenaar Gunter Demnig aan zijn creatie heeft gegeven wordt gehandhaafd.

  4. G.H.

    Heel mooi dat dit gedaan wordt.

  5. E. de Jong

    Via deze link naar een YouTube filmpje is het plaatsen van de stolpersteine in Oog in Al te zien. https://youtu.be/Oe8xOSepGko

  6. Een mens met zorgen voor de toekomst

    Ik ben er stil van, dit is ook een waarschuwing voor de toekomst dat wij niet te tolerant moeten zijn voor intolerantie die juist hier hun nieuwe toekomst hebben gezocht of zoeken, en onze normen en waarden afwijzen.

  7. Rob Huibers

    Op Lange Jufferstraat 5 woonden de tweelingzussen Anna en Carolina Mendels, die 74 jaar waren op hun sterfdag 31 augustus 1942 in Auschwitz.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).