De Universiteit van Utrecht staat weer in de top 100 van beste universiteiten van de wereld. Dat blijkt uit de World Reputation Rankings van het Britse tijdschrift Times Higher Education (THE). Er zijn tachtig universiteiten die beter bevonden worden, waaronder de TU Delft en de Universiteit van Amsterdam. Wat betekent zo’n ranking nou eigenlijk?
De Universiteit van Utrecht is door Elsevier al tien jaar op een rij uitgeroepen tot beste universiteit van Nederland, beter dus dan eerder genoemde TU Delft en Universiteit van Amsterdam. In dit onderzoek is hoogleraren en universitair hoofddocenten naar hun mening gevraagd. Het is duidelijk dat in het onderzoek van THE op andere zaken is gelet. Het lijkt er op dat we nog niet weten welke universiteit beter is.
Onderzoek naar universiteiten is ook volgens ‘Folia magazine’, het universiteitsblad van de Universiteit van Amsterdam, gebakken lucht. Vrijwel iedere wetenschapper die het tijdschrift sprak, vond het jammer dat universiteitsrankings winnen aan belang: “Rector magnificus Dymph van den Boom vindt dat geen vreemde uitlatingen: ‘Dat er behoorlijk wat op de methodiek van ranglijsten af te dingen is, is duidelijk. Daar komt nog bij dat het voor sommige vakgebieden als de geesteswetenschappen of rechtsgeleerdheid nauwelijks enige representativiteit heeft omdat daar vaak andere vormen van publicaties voorkomen.’”, zo schrijft Henk Strikkers op de website van het tijdschrift.
‘De correspondent’ vergeleek drie maanden geleden een onderzoek naar universiteiten met een fictief onderzoek naar de meest excellente Nederlander. Er zou volgens Rutger Bregman, de schrijver van het artikel, dan gekeken moeten worden naar ‘het aantal gelezen boeken (20 procent), het aantal berichten over deze persoon op Twitter en Facebook, het inkomen (15 procent), het aantal geschreven woorden per dag (25 procent) de reputatie onder landgenoten (15 procent), de lengte in centimeters (10 procent)’. Albert Verlinden en Doutzen Kroes zouden volgens Bregman goed scoren. “Het lijstje zou, kortom, nergens op slaan. In de eerste plaats omdat het kwantiteit in plaats van kwaliteit meet. In de tweede plaats omdat het totaal verschillende indicatoren bij elkaar optelt die multi-interpretabel en door en door subjectief zijn. En in de derde plaats omdat het volstrekt niet duidelijk is waar de verschillende wegingen vandaan komen”, schrijft hij.
1 Reactie
ReagerenHet is duidelijk dat in het onderzoek van THE op andere zaken ZIJN gelet ?????
Vast geen universitair onderwijs gehad ….. ;-)))