Zodra de zomer aanbreekt, schakelen veel mensen een tandje terug. Maar voor sommige beroepen begint dan juist het hoogseizoen. In de nieuwe rubriek ‘Zwoegen in de zomer’ geven Utrechters die juist éxtra druk zijn in deze periode een inkijkje in hun zomer.
Tijdens de coronalockdown begon Maartje Heerkens als vrijwilliger bij Moestuin De Haar. Vier jaar later heeft ze het bedrijfsleven achter zich gelaten en werkt ze als een van de drie vaste tuinders, samen met Simone en Mirjam. Het is de voormalige moestuin van Kasteel de Haar, dat rond de 13e eeuw werd gebouwd. De laatste bewoner, baron Etienne van Zuylen van Nijevelt, liet er begin 20e eeuw zijn groenten en fruit verbouwen en ontspande graag in een van de tropische kassen in de tuin.
“Het was een buitenverblijf waar hij twee maanden per jaar zat. De rest van de tijd woonde hij in Parijs”, vertelt Maartje. “De baron liet de versgeplukte aardbeien uit de tuin nog diezelfde dag overvliegen voor zijn ontbijt.”
Het is dinsdag, dus het is rustig in de tuin, maar morgen verwacht Maartje weer topdrukte: “We zijn open op maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag. Woensdag is de langste dag, van 10.00 tot 20.30 uur. Zo’n 250 mensen komen wekelijks hun groenten oogsten. Dat begint al in april en loopt door tot november.” Vanaf begin juli is de bloemenpluktuin ook open voor publiek. Bezoekers kunnen hun eigen boeket plukken en er worden workshops gegeven.
De tekst loopt verder onder de foto.

Oogsten
De tuin staat volop in bloei, en de oogst is dit jaar goed. “Dat komt door het lekkere weer de laatste tijd.” Maar vóór het zover is, hebben de tuinders al flink gewerkt om de tuin klaar te maken. Dat begint in februari, met het zaaien van de eerste zaadjes. Aan de hand van een teeltplan – voor zo’n zestig groenten en dertig kruiden – wordt alles ingepland, zodat er de hele zomer geoogst kan worden. Deze week zijn onder andere de paprika, knoflook en twee van Maartjes favoriete groenten aan de beurt: Nieuw-Zeelandse spinazie en snijbiet.
Elke dag buiten
Maartje en haar collega’s krijgen hulp van tientallen vrijwilligers, die komen en gaan wanneer het hen uitkomt. “In de ochtend maken we een dagplanning. Gisteren hebben we bijvoorbeeld het erwtenbed leeggehaald, maar ook voor geoogst en gewied.”
Haar kennis heeft Maartje vooral in de praktijk opgedaan. “Ik ben een jaarcursus gaan volgen, daarna een stage, en vanaf dat moment is het gewoon meters maken. Elk seizoen leer ik nog bij. Wat ik zo fijn vind aan dit werk is dat ik elke dag buiten ben. Het maakt mijn hoofd leeg en ik zie altijd resultaat van wat ik doe. Of ik iets heb onderschat? Dat je er zó moe van kunt worden!”, zegt ze lachend.
Drukke zomer
De zomer is voor Maartje de leukste tijd van het jaar. “Het is nu gewoon gaan met elkaar. De reuring, de moeite die je erin hebt gestoken en dat ik zie hoeveel mensen daarvan genieten, dat vind ik heel fijn.”
De tekst loopt verder onder de foto.

Toch brengt de drukte ook uitdagingen met zich mee. “Het is continu prioriteiten stellen: als de gewassen goed groeien, groeit het onkruid net zo hard. Tegelijk moet er ook alweer gezaaid worden voor de oogst in oktober. Waar kies je dan voor? Het mooie vind ik dat de natuur uiteindelijk altijd het laatste woord heeft. Vorige week was het dertig graden. Dan kun je bijvoorbeeld gewoon geen sla planten. Die overleeft dat niet.”
Gewoon doorgaan
“De grootste les die ik heb geleerd, is dat je niet meer kunt doen dan je al doet. En dat je je niet gek moet laten maken. Als ik onkruid wied, zie ik achter me resultaat, maar helemaal aan het begin is het alweer aan het groeien. Waarom dan als een gek doorgaan? Dus ga gewoon gestaag verder, dan komt het vanzelf goed.”
Wat ze het mooist vindt aan haar werk? “Observeren. Hoe ver is een groente al, of wat doet een ziekte precies? De mooiste vind ik de aubergine, daar word ik rustig van.” Maartje legt uit waarom: “Onze aubergine heeft licht en lucht nodig. Door per plant goed te kijken en hier en daar bladeren en bloemetjes weg te halen, bevorder je de groei. Daar komen mooie aubergines voor terug. Je neemt de tijd om te kijken wat de plant nodig heeft. Zo ben je bezig in het hier en nu en daar word ik rustig van.”
Kasteeltuin
De bijzondere ligging van de moestuin blijft voelbaar, zegt Maartje. “Er zijn veel elementen uit het verleden bewaard gebleven. De barones hield bijvoorbeeld van dahlia’s. Een van haar favorieten, de Gerrie Hoek-dahlia, telen wij nog steeds. Vroeger stond hier ook een grote verwarmde muurkas, die sinds vorig jaar weer is opgebouwd. We willen bezoekers ook de historische beleving van de tuin meegeven.”
Hoewel de laatste bewoner de tuin ook gebruikte, heeft het terrein daarna jarenlang een andere bestemming gehad. “Het was een paardenweide. Nadat Natuurmonumenten de grond had gekocht, is de tuin in 2019 via Stichting Moestuin de Haar in ere hersteld. De stichting had zoiets van: ‘Laten we de aardbeien, en deze fijne plek, toegankelijk maken voor iedereen’.”
De tekst loopt verder onder de foto.

In de tuin wordt gewerkt volgens de principes van biologische teelt. En dat proef je, vindt Maartje. “Misschien omdat ik nu weet hoeveel werk erin zit. Maar ook omdat het gewoon zó veel lekkerder is dan in de supermarkt.”
Winterslaap
Na de zomer keert de rust op de tuin langzaam terug. “Eigenlijk doen wij hetzelfde als de natuur: in de wintermaanden doen we rustiger aan. Vanaf november beginnen we met opruimen, gereedschap schoonmaken en reparaties. Ook maken we de bloembedden schoon, voorzien ze van nieuwe compost en dekken ze toe met wol. En in de winter zit ik vooral bij de kachel, met een boek en een dekentje erbij. Dan kruip ik echt even onder mijn eigen wolletje.”
geen Reacties
ReagerenEr zijn nog geen reacties geplaatst.