DUIC Krant: De broers achter evenementenbureau XSense | De Utrechtse Internet Courant DUIC Krant: De broers achter evenementenbureau XSense | De Utrechtse Internet Courant

DUIC Krant: De broers achter evenementenbureau XSense

DUIC Krant: De broers achter evenementenbureau XSense
Huub (33) en Paul (31) van de Vecht. Foto: Robert Oosterbroek
DUIC brengt naast elke dag online het laatste nieuws ook achtergronden in de papieren krant. Hieronder kunt u een van de verhalen lezen die de afgelopen week in de krant is verschenen. Wilt u de hele krant nog eens in zijn geheel nalezen? Kijk dan onderaan dit bericht. Heeft u de krant niet ontvangen? Vul dan hier uw postcode en huisnummer in. Dan geven wij dit door aan de bezorging.

DUIC brengt naast elke dag online het laatste nieuws ook achtergronden in de papieren krant. Hieronder kunt u een van de verhalen lezen die de afgelopen week in de krant is verschenen. Wilt u de hele krant nog eens in zijn geheel nalezen? Kijk dan onderaan dit bericht. Heeft u de krant niet ontvangen? Vul dan hier uw postcode en huisnummer in. Dan geven wij dit door aan de bezorging.

“Festivals organiseren is een volwassen business geworden”

‘Zit je nou nog steeds in de feestjes?’ hoorden Huub (33) en Paul (31) van de Vecht vaak van bekenden. Die feestjes zijn anders aardig lucratief gebleken. Niet alleen is hun evenementenbureau XSense inmiddels een van de grootste organisators van festivals in Utrecht, maar ook in de rest van Nederland én de wereld is de dance-industrie een volwaardige branche geworden. De broers prijzen zich vooral gelukkig dat ze er al vroeg bij waren: “Wij vinden het leuk om risico’s te nemen en kansen te zien.”

De straffe wind en het druilerige weer op het bedrijventerrein in De Meern zijn weinig inspirerend, zou je zeggen. Toch worden hier verschillende concepten bedacht voor succesvolle festivals in Utrecht. In het kantoor op de begane grond zitten de twee broers Van de Vecht tegenover elkaar. De rest van de werknemers zit een verdieping hoger.

Na tien jaar weten de broers wel waar ze goed in zijn: het verzinnen van concepten. XSense begon met het Lief Festival dat afgelopen zomer zijn tiende editie vierde. Huub: “Grote festivals als Mysteryland bestonden al. Maar op kleine schaal gebeurde er maar weinig.” Paul vult aan: “Dat is nu wel anders.” Inmiddels organiseert het bedrijf dat uit zeven werknemers bestaat een tiental festivals in de regio. Daarnaast kwam ook het succesvolle concept van Meneer Smakers, een hamburgerrestaurant in Utrecht, uit de koker van de broers. “We vonden het, naast een festival, mooi om een beleving in de horeca neer te zetten.”

Hoe zijn jullie ooit begonnen met het organiseren van feesten?

Huub: “In 2006 organiseerden we ons eerste festival met Lief op Strijkviertel. Voor die tijd waren we al een jaar of vijf actief in clubfeesten. Ik was zelf ook dj en vond het leuk om op coole feesten te draaien, maar dat bleek vrij lastig. Toen bedacht ik dat ik mijn eigen feestje moest organiseren.”
Paul: “We hadden als kinderen al een soort drive-in show. Huub draaide en ik was bezig met de techniek. We waren toen zo’n elf of twaalf jaar oud. Uiteindelijk werd het steeds een stukje groter. Op de middelbare school organiseerden we vervolgens ons eerste feest: Ultimate Techno in de Azotod.”

Al vroeg bezig met ondernemen dus. Is dat met de paplepel ingegoten?

H: “Onze ouders zijn geen ondernemers, maar veel ooms en tantes wel. Je kan het een echte ondernemersfamilie noemen. Die hebben ons gepusht om voor onszelf beginnen. Een oom zei: ‘ga nooit voor een baas werken’. Die vrijheid is heel fijn om te hebben. Het is een luxepositie die we voor onszelf hebben gecreëerd. ”

Heeft die vrijheid ook een keerzijde op zo’n jonge leeftijd?

H: “Het heeft zeker een keerzijde.”
P: “Als je het vergelijkt met de tijden die mijn vrienden hebben gehad, was het toch anders. Wij hebben altijd die spanning van een naderend evenement gehad. Financiële druk bijvoorbeeld. Maar als het goed ging hebben we er ook zeker van genoten. We konden mooie reizen maken waar mijn vrienden niet de mogelijkheid toe hadden. Hoewel het druk was, leerden ook veel van de vroege verantwoordelijkheid. Daarnaast studeerden we allebei bedrijfskunde op de Erasmus Universiteit Rotterdam.

“In Nederland lopen we op wereldschaal heel erg voor in de dancecultuur”

En vanaf het begin was het allemaal samen?

H: “We vullen elkaar heel goed aan denk ik. Paul is echt van de financiën, die zit daar bovenop. Hij is de zakelijke kant en ik ben meer creatief, wat goed van pas komt bij de marketing. Daarnaast was ik ook meer bezig met muziek. Het boeken van de artiesten lag dus bij mij. Het is voor ons dan de kunst om de juiste mensen om ons heen te verzamelen. Vorig jaar hebben we ook bewust onze vaste medewerker Kevin Oostendorp als directeur aangesteld. Uiteindelijk runt hij nu het bedrijf met het vaste team. Hierdoor kunnen wij ons weer richten op nieuwe projecten.”

Hoe kwamen jullie op het idee om van clubfeesten over te stappen op festivals?

H: “Laat ik vooropstellen dat de clubfeestjes puur hobbymatig waren. Daar zagen we niet ons brood in. Het bleek te lastig om er een professioneel bedrijf van te maken. Je had alleen de opbrengsten uit kaartverkoop. Daar moesten dj’s van betaald en marketing van worden gedaan. Dan was iedereen betaald en verdienden wij zelf niks. Dat heeft ons doen besluiten om ons eigen wereldje te creëren. Bij het recreatiestrand Strijkviertel ging ik weleens zwemmen. Daarom wist ik dat het een mooie locatie voor een feest was.”
P: “Het voordeel is dat je ook de horeca in eigen hand hebt. De clubfeesten die we deden, waren altijd in een vaste setting. Een festival is qua opzet elk jaar anders. Wij vonden dat veel leuker.”

Veranderde die clubcultuur dan ineens?

P: “Festivals waren minder populair in het begin. Een club had zijn aanhang en daar bleef het bij. Dat veranderde korte tijd na ons eerste festival. In het eerste jaar hadden we nog maar 1500 bezoekers. Bovendien waren festivals een niche in de doelgroep van 18 tot 25 jaar oud. Een aantal jaar later werd het in die doelgroep ineens mainstream en vijf jaar geleden schoten ook ineens de leeftijden omhoog tot ruim veertig jaar oud. Dat heeft de festivalwereld een boost gegeven. Het was niet meer de locatie waar bezoekers op afkwamen, maar veel meer de gecreëerde belevingswereld.”

Hoe heeft de festivalwereld zich ontwikkeld?

H: “Het wordt nu als een soort van business gezien, een échte branche. Eerst was het: ‘een stelletje creatievelingen die een feestje geven’. Dan zeiden ze: ‘Zit je nou nog steeds in die feestjes? Valt er wel droog brood te verdienen?’. Maar iedereen wil nu ineens een festival organiseren.”
P: “In Nederland lopen we heel erg voor in de dancecultuur. Daar zijn de festivals uit ontstaan. In het buitenland kenden ze dat ook niet. Ook productioneel wisten ze geen festival neer te zetten. Daar komt van alles bij kijken, van de licht- en geluidtechniek tot de grote circustenten, bouwhekken, Dixi-toiletten, enzovoorts.”
H: “Hier was dat er allemaal al wel. Je had veel andere feesten en braderieën. Mysteryland, Dance Valley en in de regio Riverdance. Nu is het ieder weekend raak met drie of vier festivals in Nederland.”

“Als je tien festivals organiseert, moet je oppassen dat je de focus niet verliest. Niet op de automatische piloot gaan werken”

Wat maakte jullie eerste festivals succesvol?

P: “Het was echt anders dan de festivals die er toen al waren. Kleinschaliger en intiemer.”
H: “De festivals hadden ook alleen maar Engelse namen. Wij wilden gewoon een Nederlandse titel. Vanwege het lieve karakter van het terrein ontstond de naam Lief. Dat had iets hippieachtigs. Vervolgens namen we ook Riverdance over van de toenmalige eigenaar. Die kon dat door een auto-ongeluk niet meer zelf doen. Later kwamen we erachter dat het makkelijker was om vanuit je eigen concept te denken en uit te voeren dan om iets over te nemen. Riverdance heeft een commerciëler publiek. Een andere doelgroep dan Lief. We sloegen in het begin de plank mis door te creatief en lieflijk te zijn. Dat kon daar niet. Later begrepen we dat Riverdance gewoon groots moest zijn.”
P: “Het verhaal achter het evenement was niet zo nodig. Tenten, artiesten, bars, publiek en gas erop! Daar kom je nu niet meer mee weg. Je moet ergens voor staan en het moet een duidelijk verhaal zijn.”
H: “Storyteling. Je moet die wereld creëren waar je mensen in wilt meenemen. Dat is uiteindelijk het belangrijkste binnen een evenement.”

Het zijn er inmiddels tien. Hoe blijven ze een eigen karakter behouden?

H: “Het zijn verschillende doelgroepen. Een hardstylefeest in Woerden is compleet anders dan Geheime Liefde op Fort bij Vechten.”
P: “In sommige festivals zit wel een overlap. Sneeuwbal, Geheime Liefde, Lief Festival. Daar zit het verschil vooral in beleving. Sneeuwbal is een winterfestival midden in de stad in Park Transwijk en Geheime Liefde draait veel meer om de mooie omgeving bij het Fort.”
H: “Omdat je er tien doet, moet je wel oppassen dat je de focus niet verliest. Wij zijn er helemaal niet van om op de automatische piloot te werken. Daar vinden we steeds meer een balans in.”
P: “Een festival is wel een risicovol product. Bijvoorbeeld qua weer. Daarbij kan je dus beter die verschillende producten bundelen en spreiden, waardoor je bedrijf over het geheel genomen minder risico loopt. De enige valkuil is dan dat de markt tegen gaat zitten, maar die hadden we mee.”

Hoe gaat het nu dan verder?

P: “Vorig jaar hebben we gezegd dat het klaar is met spreiden. Nu moeten we de concepten continueren en verbeteren.”
H: “Het is een verzadigde markt. Er zijn wel groeikansen, maar dan moet je wel met iets heel vernieuwends komen.”
P: “De festivals op recreatiegebieden zijn inmiddels heel traditioneel. Terwijl locaties belangrijker worden. Kijk naar Stekker in de Tunnel (in de voormalige expeditiestraat onder Hoog Catharijne, red.), die verkoopt alleen al op een locatie uit. Een unieke locatie is een bepalende factor. Wij hebben het geluk dat we vroeg zijn begonnen en daardoor al een aantal mooie locaties in ons portfolio hebben.”
H: “Naast XSense hebben we sinds drie jaar ook Meneer Smakers. We kenden Erik Scharrenburg vanuit Brothers waar we ook een aantal jaar evenementen hebben georganiseerd. Hij was daar de broodjeskoning en had echt passie voor zijn werk. Dat vonden we mooi. Alle drie zijn we enorm fan van hamburgers, maar echt fatsoenlijke waren niet te krijgen in Utrecht. Dit was een kans! We hebben de krachten gebundeld en daar is Meneer Smakers uit ontstaan.
P: “Dat gaat erg goed. We hebben nu een derde vestiging van Meneer Smakers aan de Oudegracht opgezet. Wij vinden het leuk om risico’s te nemen en kansen te zien.”

Tekst Jesse Holweg

geen Reacties

Reageren

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Lees voor u reageert onze algemene voorwaarden. Alle reacties worden vooraf gemodereerd. Uw IP adres is geregistreerd (wordt niet gepubliceerd).